Grof motorische mijlpalen van 2 tot 13 jaar

 In mijlpalen

Motorische mijlpalen kind 2 – 13 jaar

Hoe verloopt de grof motorische ontwikkeling van peuters, kleuters en het schoolkind tot 13 jaar? Welke belangrijke mijlpalen zijn te onderscheiden en kunnen kinderen bijvoorbeeld voor het eerst zelf in een laag stoeltje klimmen, op een driewieler fietsen, hinkelen, zelfstandig een rechte koprol maken, zelfstandig fietsen en bijvoorbeeld goed een tennisbal kunnen vangen? Wij vinden het boek Kind in ontwikkeling een goed boek als je op zoek bent naar meer informatie over de normale en afwijkende ontwikkeling van je kind. 

De leeftijdsperiode van twee tot en met dertien jaar is een belangrijke periode voor het ontwikkelen van de fundamentele- of elementaire motorische vaardigheden. De fundamentele motorische vaardigheden bestaan uit: evenwicht, coördinatie en oog-handcoördinatie. Dit zijn bewegingsactiviteiten die een integraal en een cruciaal onderdeel vormen van motorische spel- en sportvaardigheden. De fundamentele motorische vaardigheden zijn weer onder te verdelen in negen vaardigheidsgebieden: stilstaan, balanceren in beweging, springen-kracht, springen-coordinatie, klimmen, koprol, gooien en mikken, stuiten en vangen. Onderstaand schema is een bewerking van een overzicht uit het ‘Leerlingvolgsysteem Bewegen en Spelen’ van Wim van Gelder (2002).

Boekentips stimuleren (motorische) ontwikkeling:

  1. Kind in ontwikkeling, A.C. Bilo
  2. Ontwikkelingspsychologie, R. S. Feldman
  3. Ontwikkeling in vogelvlucht, M. Delfos
  4. Motorische ontwikkeling van kinderen
  5. Psychomotorische ontwikkeling kinderen
  6. Spelen in uitdagende hoeken, B. Antonissen
  7. Als je van spelen leren kan, N. Flamang

Leeftijd

Vaardigheden

1,5 – 2 jaar

Het kind kan:

  • zelf in een laag stoeltje gaan zitten
  • de trap op klimmen met hulp van de leuning
  • van een verhoging van 20 cm stappen
  • een bal vooruit schoppen
  • een aangespeelde ballon raken
2,5 – 3 jaar Het kind kan:

  • even op één been staan
  • over een gymzaalbank lopen
  • op een driewieler rijden
  • met twee benen tegelijk omhoog springen
  • en durft een klimraam in
  • en durft een koprol te maken met hulp
  • een ballon 3-5 keer omhoog houden
  • een aangespeelde ballon vangen
3,5 – 4 jaar Het kind kan:

  • 3 seconden op één been staan
  • over een gymzaalbank lopen met lage pionnen ( 10 cm)
  • 3 keer hinkelen
  • 3 keer met twee benen tegelijk naar voren springen
  • en durft een koprol te maken
  • een ballon 6 x hooghouden
  • ongeveer 30 cm verspringen
5 jaar Het kind kan:

  • 10 seconden op één been staan eventueel met wiebelen
  • 10 keer hinkelen
  • huppelen afwisselend op linker- en rechterbeen
  •  tot 2,5 meter klimmen in een recht klimraam in de gymzaal
  • een rechte koprol maken
  • een grote bal laten vallen en weer vangen (‘laat vallen – stuit – pak’)
  • een naar de borst gegooide grote bal vangen (afstand 3 meter)
6 jaar Het kind kan:

  • 10 seconden op één been staan stabiel
  • over een balk lopen van 10 cm
  • fietsen
  • 10 keer op het niet voorkeursbeen hinkelen
  • 10 ski-sprongen maken over een lijn (zijwaarts springen heen en weer)
  • Alternerend omhoog en naar beneden klimmen in klimraam
  • 15 keer met grote bal stuiten met voorkeurshand
  • naast het lichaam gegooide grote bal vangen (afstand 3 meter)
7  jaar Het kind kan:

  • 30 seconden op één been staan eventueel met wiebelen
  • over een balk lopen van 7 cm
  • met  11 keer hinkelen negen meter overbruggen
  • wisselsprongen maken over een lijn (voorwaarts om en om been over lijn)
  • een koprol maken op verhoogd vlak ( 30 cm)
  • 15 keer met niet voorkeurshand grote bal stuiten
  • naar het lichaam gegooide tennisballen vangen (afstand 3 meter)
9 jaar Het kind kan:

  • 30 seconden op één been staan stabiel
  • over een balk lopen van 7 cm met twee keer een halve draai
  • met  9 keer hinkelen negen meter overbruggen
  • in ritme huppelen en in de handen klappen
  • een koprol maken op verhoogd vlak ( 60 cm)
  • meer dan 9 meter gooien met klein voorwerp
  • dribbelen (stuiten en looppas) met grote bal
  • naast het lichaam gegooide tennisballen vangen (afstand 3 meter)
11 jaar Het kind kan:

  • 60 seconden op één been staan stabiel
  • over een balk lopen van 5 cm met twee keer een halve draai
  • met  7 keer hinkelen negen meter overbruggen
  •  meer dan 6 meter gooien met grote bal
  •  meer dan 15 keer stuiten zonder naar de bal te kijken
  •  tennisballen met één hand vangen
13 jaar Het kind kan:

  • 10 seconden op één been staan met ogen dicht
  • met  5-6 keer hinkelen negen meter overbruggen
  • meer dan 9 meter gooien met grote bal
  • via de muur geworpen tennisballen vangen

Lees ook de mijlpalen:

Lees ook over de mijlpalen motoriek baby’s:

 

Showing 1 comments
  • aaron
    Beantwoorden

    ik ben 13 jaar en kan veel meer

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Neem contact op

Stuur gerust uw vragen en/of opmerkingen

0