Wat is cognitieve ontwikkeling?
Kinderen komen ter wereld met een aangeboren drang om de wereld te verkennen en te begrijpen. De cognitieve- of verstandelijke ontwikkeling start daarom direct bij de geboorte van het kind en is niet los te zien van de andere ontwikkelingsgebieden, zoals de lichamelijke-, motorische-, sociaal-emotionele– en spraak en taalontwikkeling. Verder lezen over de cognitieve ontwikkeling? In het boek Kind in ontwikkeling van A.C. Bilo staat de cognitieve ontwikkeling op een prettige en toegankelijke manier met behulp van schema’s beschreven.
Door de toename van motorische- en sociale vaardigheden (bijvoorbeeld kruipen en het kunnen spelen met andere kinderen), zijn kinderen in staat hun wereld letterlijk en figuurlijk te vergroten. Hierdoor leren zij problemen op te lossen, na te denken, te redeneren en slaan dus spelenderwijs nieuwe informatie op. Ook spelen de zintuigen (horen, zien, voelen, ruiken) en de sociale omgeving van het kind een belangrijke rol binnen de cognitieve ontwikkeling.
Lees op deze pagina over:
Boekentips (cognitieve) ontwikkeling kinderen:
- Kind in ontwikkeling, A.C. Bilo
- Ontwikkeling in vogelvlucht, M. Delfos
- Slim maar…, P. Dawson
- Executieve functies versterken op school, J. Cooper-Kahn
- Het hele brein, het hele kind, D. J. Siegel
- De lastige kleuter, B. van der Grift
- Uit de pas, C. Kranovitz
- Ik snap het wel, maar niet zo snel, E. Braaten
- Leren, Hoe? Zo!, T. Opgenhaffen
- De invloed van werkgeheugen op leren, S. Gathercole
Definitie cognitieve ontwikkeling
Ondanks de complexiteit en verschillende opvattingen binnen dit ontwikkelingsgebied, is de volgende definitie geformuleerd:
‘De cognitieve ontwikkeling is het mentale proces van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie’. Oftewel: cognitieve ontwikkeling is het proces van het leren.
Op basis van deze definitie valt op te maken dat een aantal factoren van belang zijn binnen de cognitieve ontwikkeling, namelijk het geheugen, de cognitie en de aandachtsfunctie. Het geheugen bestaat uit het proces van het opslaan van informatie en het proces van het terughalen van informatie. Cognitie is het toepassen van de mentale processen die gebruikt worden bij het waarnemen, herinneren, denken, redeneren en begrijpen. En tot slot is de aandachtsfunctie (controle over aandacht) een belangrijke functie voor de ontwikkeling van cognitie.
Theorieën cognitieve ontwikkeling
Er bestaan verschillende theorieën over de cognitieve ontwikkeling. Op deze website zijn de vier belangrijkste theorieën beschreven.
1. De theorie van Jean Piaget
Piaget (1896 – 1980) heeft een model ontwikkeld voor de cognitieve ontwikkeling dat tot op de dag van vandaag wordt gebruikt en de basis is geweest voor vele andere theorieën over de cognitieve ontwikkeling. Piaget stelt dat de mens kennis niet vanzelfsprekend krijgt, maar actief construeert door interactie met zijn of haar omgeving. Zo onderzoeken kinderen de wereld met hun handen, mond, ogen, en reuk. Zo leren zij bijvoorbeeld een bal te ‘begrijpen’ door actief met een bal te spelen. Anders gezegd: ‘leren door te experimenteren’.
2. De Sociaal-culturele theorie (van Lev Vygotsky)
De Sociaal-culturele theoretici stellen dat Piaget binnen zijn cognitieve ontwikkelingsmodel te weinig oog had voor de functie van taal, de rol van de cultuur en opvoeders en het belang van de omgeving. Piaget vindt namelijk dat de omgeving met name een instrument is voor de ontwikkeling van het kind, en de voorwaarden schept (stimuleert en uitdaagt), maar niet de aard van de ontwikkeling beïnvloedt. Binnen de sociaal-culturele theorieën is men daarentegen ervan overtuigd dat de cultuur, de omgeving waarin men opgroeit en de interactie met mensen de cognitieve ontwikkeling sterk beïnvloedt.
3. De Core Knowledge theorie
Binnen de Core Knowledge theorie spelen de evolutie en genen een belangrijke rol. Kinderen worden geboren met aangeboren mentale structuren en zouden zonder deze genetische aanleg niet in staat zijn de omgeving en wereld te begrijpen. Binnen deze theorie is de belangrijkste bron voor de ontwikkeling van cognitie het kind zelf en is de rol van de omgeving van minder belang, wat overeenkomt met het model van Piaget.
4. De Informatieverwerkingstheorie
Tot slot ziet men binnen de Informatieverwerkingstheorieën de geest of het verstand als een complex systeem waarbinnen informatie wordt opgenomen, opgeslagen en geordend, zoals een computer. De hersenen ziet men als de hardware en de software vormt datgene dat men met deze informatie vervolgens kan. Je neemt informatie op vanuit de omgeving (input) en vervolgens vinden allerlei interne processen plaats. Informatie wordt gecodeerd, geïnterpreteerd en vergeleken met andere informatie in het systeem. Door deze cognitieve processen kan men betekenis geven aan een gebeurtenis, problemen oplossen en beslissingen nemen (output).
Model van Crick en Dodge
Een voorbeeld van een informatieverwerkingstheorie is het model van Crick en Dodge (1994). Dit model gaat ervan uit dat als een kind geconfronteerd wordt met een cue binnen een sociale situatie, het een aantal mentale stappen onderneemt voordat het competent sociaal gedrag vertoont.
De mentale stappen zijn:
- (a) het encoderen van situationele cues.
- (b) representatie en interpretatie van de cues.
- (c) het verduidelijken van doelen of gewenst resultaat voor de situatie.
- (d) het genereren van mogelijke responsen op de situatie, en (e) het selecteren van een respons.
Stap 1, 2, 3 en 4
Tijdens stap 1 en 2 richten kinderen hun aandacht op bepaalde cues in de situatie, encoderen deze en construeren op basis daarvan een interpretatie van de situatie. Gedurende stap 3 en 4 hebben kinderen toegang tot mogelijke responsen op de situatie vanuit het lange termijn geheugen, ze evalueren deze responsen en selecteren vervolgens de meeste adequate respons.
Dit proces herhaalt zich voortdurend, omdat elke respons of ‘output’ weer informatie of “input”geeft voor een nieuwe operatie. De wijze waarop een kind deze stappen doorloopt hangt sterk af van het geheugen van het kind. Op alle stappen vindt een wisselwerking plaats tussen opgeslagen kennis in het geheugen en nieuwe kennis en ervaring in het informatieverwerkingsproces op het moment zelf.
Drie soorten geheugen
Bij het opslaan van informatie gaat men uit van drie soorten ‘geheugen’ of systemen. Namelijk het sensorische geheugen, werk- of korte termijn geheugen en lange termijn geheugen. Indrukken van beelden, geluiden en geuren worden heel kort opgenomen in het sensorische geheugen. Wordt deze informatie als relevant beoordeeld, dan wordt deze informatie overgebracht naar het werkgeheugen. Op dit moment is men ook bewust van de binnengekomen informatie.
Ook het werkgeheugen slaat informatie tijdelijk op en fungeert als buffer voor het lange termijn geheugen. Informatie die bewaard moet blijven, om op een later stadium gereproduceerd kan worden, wordt uiteindelijk overgebracht naar het lange termijn geheugen.
Belang cognitieve ontwikkeling
De cognitieve ontwikkeling is een complex gebied binnen de algehele ontwikkeling van het kind. Het verwerven, verwerken, opslaan en vervolgens toepassen van kennis bij de mens is namelijk niet direct zichtbaar voor de buitenwereld. Echter, door het gebruik van spraak-, taal- en motorische- en/of sociaal-emotionele uitingen of gedrag kan wel enige inzicht verkregen worden.
Een kind kan bijvoorbeeld door taal duidelijk maken dat hij nieuwe kennis heeft opgedaan. De verwevenheid van de cognitieve ontwikkeling met de verschillende andere ontwikkelingsgebieden is dan ook groot. En ziet men dan ook niet los van elkaar.
[…] van de belangrijkste ontwikkelingsgebieden van het kind is de cognitieve ontwikkeling. Bij de cognitieve ontwikkeling leren kinderen om informatie uit hun omgeving te verwerken, op te […]
[…] Cognitieve ontwikkeling is ‘het mentale proces van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie’. Het is dat onderdeel van het leren dat zich in je hoofd afspeelt. Cognitieve ontwikkeling staat echter nooit op zichzelf. Zoals Jean Piaget in zijn theorie al aangaf, creëren kinderen hun eigen ontwikkeling doordat ze actief hun omgeving verkennen. Door hun lichamelijke en motorische ontwikkeling wordt de bewegingsvrijheid van kinderen groter en ontdekken ze de wereld om hen heen. Ze doen nieuwe ervaringen op wat hun cognitieve ontwikkeling vervolgens weer stimuleert. Kinderen leren door de kennis die ze eerder verworven hebben te verbinden aan nieuwe kennis. Ook sociale en emotionele ontwikkeling dragen daaraan bij. Kinderen zijn daardoor in staat tot steeds complexere vormen van spel en samenspelen. […]