Wat doet een manueel therapeut?
Een manueel therapeut is een fysiotherapeut die een aanvullende opleiding manuele therapie heeft gevolgd (gemiddeld 4 jaar). Daarmee heeft hij extra kennis opgedaan van de bewegingsmogelijkheden van het lichaam en in het bijzonder van de wervelkolom.
Alle manueel therapeuten worden na hun opleiding in staat geacht gewrichtsstoornissen met de daarbij behorende problematiek te kunnen onderzoeken en indien mogelijk met manuele therapie te behandelen. De Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (NVMT) zorgt voor registratie en verplichte na- en bijscholing van de manueel therapeut.
Het doel van manuele therapie is enerzijds het beter laten functioneren van de gewrichten en anderzijds de houding en bewegingen te verbeteren. Hiervoor gebruikt de manueel therapeut een aantal specifieke technieken die in de gewrichten kunnen worden toegepast. De therapie is erop gericht om de gewrichten van de wervels en het bekken weer soepel te maken zodat uw kind weer vrij kan bewegen. De effecten van manuele therapie zijn vaak direct merkbaar: je voelt een verbetering van de bewegingsvrijheid en een afname van pijn. Het behandelprogramma van de manueel therapeut bestaat verder uit het geven van goede instructies, adviezen, begeleiding en inzicht in gezond bewegen. Soms is aanvullende therapie bij de kinderfysiotherapeut nodig om bepaalde houdingen of bewegingen verder te oefenen.
Mogelijke indicaties manuele therapie:
Tijdens de zwangerschap, tijdens de geboorte of bijvoorbeeld door een ongeluk of val kunnen problemen in het functioneren van de gewrichtjes in de nek, bekken of rug van een baby of kind ontstaan. Een verkeerde ligging tijdens de zwangerschap kan dit veroorzaken en tijdens de geboorte kunnen problemen ontstaan door een vacuüm- of tangverlossing, keizersnede, een zeer snelle bevalling, stuitligging, geboorte met navelstreng om de nek, gebroken sleutelbeentje of een meerlingzwangerschap. Mogelijk ontstaat in de eerste weken na de geboorte dan een voorkeurshouding naar één kant waarbij het hoofdje niet goed alle kanten op kan bewegen of de neiging heeft veel te overstrekken. Dit kan gepaard gaan met veel huilen, moeite met drinken, moeite met aan- en uitkleden, spugen, slecht slapen, een afvlakking van de schedel aan één kant of een asymmetrische ontwikkeling. In een latere fase kan het voorkomen dat het kind niet gaat kruipen, onrustig is, moeite met evenwicht heeft of last van hoofdpijn krijgt. Ook kunnen stoornissen in de houding of in het bewegen ontstaan.
Indicaties baby’s en jonge kinderen:
- het hoofd staat scheef en wordt naar één kant gedraaid
- het kind huilt veel en kan krijsen
- een sterke neiging tot overstrekken, kind gooit hoofd achterover
- het kind slaapt korte periodes achter elkaar
- teruggeven van voeding
- scheve houding van de romp als een “banaantje”
- ontwikkeling van een schedelasymmetrie, een kant van het hoofd of achter wordt platter
- asymmetrische bewegen van armen en benen
- frequent huilen bij aan- en uitkleden (rompertje over het hoofd )
Kenmerken bij oudere kinderen:
- kind wil niet kruipen, gaat vroeg staan en lopen
- grove en fijne motoriek ontwikkelen zich matig en soms vertraagd, kinderen soms onhandig
- evenwichtsproblemen
- veel struikelen en vallen
- wakker worden met hoofdpijn
- vaak hoofdpijn op school
- concentratieproblemen
- snel ontstemd en driftbuien
Verwijzing en vergoedingen manuele therapie:
U heeft geen verwijzing van de huisarts nodig voor manuele therapie. Aangezien de (aanvullende) polissen van zorgverzekeringen jaarlijks veranderen, grote verschillen bestaan tussen de verschillende zorgverzekeringen, is het raadzaam goed bij uw zorgverzekeringsmaatschappij te informeren alvorens manuele therapie in te schakelen.