Wat is spraak- en taalontwikkeling?
Wat is spraakontwikkeling en taalontwikkeling? De verwerving van taal is een indrukwekkend proces en maakt nieuwe soorten cognitieve en sociale interacties mogelijk. Daarnaast zijn verschillende lichamelijke, (fijn) motorische en cognitieve elementen van invloed op het talig functioneren van kinderen. Lees in dit artikel over de definities en theorieën.
Het gehoororgaan, het spraakorgaan, de hersenen en het bewegingsapparaat, het kunnen begrijpen en doen begrijpen zijn bijvoorbeeld essentieel om te kunnen spreken, lezen en schrijven. De spraak- en taalontwikkeling is daarom nauw verweven met de andere ontwikkelingsgebieden. Problemen in de taalontwikkeling kunnen dan ook leiden tot problemen binnen de motorische-, cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling en andersom.
Verder verdiepen?
Voor professionals die met jonge kinderen werken en zich verder willen verdiepen in het stimuleren van de taalontwikkeling van kinderen raden wij het boek Liefde voor letters en lezen aan. Lees ook de tips om de ontwikkeling te stimuleren en over problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Boekentips taalontwikkeling kinderen:
- Taalontwikkeling van het kind, A. Schaerlaekens
- Liefde voor letters en lezen, H. van den Berg
- Al pratend wijs!, E. Bogers
- Taalontwikkeling en taalstimulering kinderen, S. Goorhuis-Brouwer
- Leren praten met plezier, E. Weitzman
- Praten doe je met zijn tweeën, E. Weitzman
- Meer dan woorden, F. Sussman
- Taaldiagnostiek bij kinderen, J. de Waal-Bogers
- Taalontwikkelingsstoornissen bij het jonge kind, B. Sanders
- Leren lezen doe je met je lijf, M. van Vuure
Taal is meer dan spraak alleen
Taal houdt veel meer in dan spraak alleen. Het is een belangrijk instrument binnen de menselijke communicatie. Door taal kan men bijvoorbeeld gedrag van anderen beïnvloeden, kunnen gevoelens en gedachten tot uiting gebracht worden en lichamelijke behoeften aangegeven worden. Tevens heeft taal een belangrijke functie bij het denken en leren en dus het vergaren van kennis. De spraak- en taalontwikkeling is dan ook essentieel voor een goede sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling bij kinderen.
Volgens Bloom en Laey (1978) kan taal ingedeeld worden in de componenten taalvorm, taalinhoud en taalgebruik. Deze drie componenten ontwikkelen zich afzonderlijk, maar ook in samenhang met elkaar en daarom wordt integratie als vierde component genoemd. Hoe kinderen zich hun moedertaal eigen maken wordt met het begrip taalverwerving aangeduid.
Definitie spraak- en taalontwikkeling
Spraak- en taalontwikkeling kan onderverdeeld worden in de ontwikkeling van spraak en de ontwikkeling van taal. In de meeste literatuur wordt alleen gesproken over de taalontwikkeling. Onderstaande drie definities zijn ontleend aan Bilo (2008).
Spraak- en taalontwikkeling:
Onder de spraak- en taalontwikkeling wordt verstaan de ontwikkeling van alle vormen van zichtbare en hoorbare communicatie, of die nu tot stand komen door gelaatsuitdrukkingen, gebaren of houdingsveranderingen of door vocaliseren, woorden, woordcombinaties of zinnen. Daarnaast omvat de ontwikkeling van spraak en taal de nabootsing en het begrip van de communicatie van anderen.
Spraakontwikkeling:
Onder spraakontwikkeling wordt het leren herkennen en uitspreken van spraakklanken en vooral de ontwikkeling van de articulatie bedoeld.
Taalontwikkeling:
Onder taalontwikkeling wordt verstaan het leren luisteren naar, opnemen en gebruiken van communicatieve regels, waardoor het kind in staat is de taal te gebruiken voor het weergeven van ideeën en gedachten.
Theorieën spraak- en taalontwikkeling
Spraak- en taalontwikkeling hebben verschillende theoretici door de eeuwen heen bezig gehouden. In de achttiende eeuw zag de Fransman Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778) de verwerving van taal als een zelfstandig proces en ging ervan uit dat kinderen een taal zelf beter leren dan wij als volwassenen deze aan het kind kunnen leren. De Italiaanse arts Maria Montessori (1870 -1952) borduurt voort op dit idee en spreekt over het ‘spontaan leren’ van taal in de daarvoor gevoelige (of sensitieve) periode. Zij stelt dat deze sensitieve periode al lang voor de schooltijd begint tot ongeveer een leeftijd van zeven jaar.
De Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky (1928-) heeft hieraan vervolgens een theoretisch kader gegeven en sprak over een aangeboren taalverwervingssysteem, het LAD (Language Acquisition Device). Binnen dit systeem worden de grammaticale regels bij kinderen over de hele wereld ‘perfect’ gevormd. Dit uit zich in het feit dat in alle talen kinderen spontaan fouten maken zoals ‘ik loopte’, omdat het de uitzondering op de regel ‘ik liep’ nog niet kent. In Engeland zie je dezelfde fout terug, kinderen zeggen hier ‘I runned’ in plaats van ‘I ran’. Deze fouten zullen de kinderen niet van de ouders geleerd hebben!
Naast deze natuurlijke aanleg is echter ook aangetoond dat de stimulering tot communicatie vanuit de omgeving onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van taal. Dit wordt ook wel het taalaanbod genoemd. Dankzij de zogenaamde ‘wolfskinderen’ weten wij nu dat kinderen die nooit in aanraking zijn gekomen met taal, nooit zullen leren spreken. Aannemelijk is dat taalontwikkeling voortkomt uit een aangeboren vermogen, genetisch programma en de (kwaliteit van) taalervaringen die het kind opdoet in zijn of haar omgeving (taalaanbod).