Zindelijkheid

Hoe oud beginnen met zindelijkheidstraining?

Zindelijkheid

Wanneer beginnen met zindelijkheidstraining?

Hoe oud beginnen met zindelijkheidstraining? Hoe merk je dat een kind klaar is voor zindelijkheidstraining? Op welke leeftijd kan je beginnen met zindelijkheid trainen? De timing van zindelijkheidstraining is erg belangrijk. Kinderen moeten allereerst rijp zijn voor het zindelijk worden.

Het herkennen van rijpingssignalen is dan ook erg belangrijk. Daarnaast helpt het als je als ouders de signalen ziet als een kind moet plassen of poepen. Deze signalen worden ook wel de eliminatiesignalen genoemd. Na dit artikel nog niet uitgelezen? Wij raden het boek Handboek Zindelijkheid aan voor meer achtergrondinformatie en praktische handvatten. 

Op deze pagina lees je:
  • Over de belangrijkste voorwaarden voor het starten van de zindelijkheidstraining.
  • Hoe je kan herkennen wanneer je kind klaar is voor het trainen van zindelijkheid.
  • Een overzicht van de verschillende rijpheidssignalen binnen het zindelijkheidsproces.
  • De mogelijke signalen om de drang tot plassen van je kind te herkennen opgenomen.

Boekentips over zindelijkheid:

Voorwaarden zindelijkheidstraining

Op welke leeftijd start je de zindelijkheidstraining? Wat is een normale leeftijd om zindelijkheidstraining te starten? Om een zindelijkheidstraining te kunnen starten zijn er drie belangrijke voorwaarden waar een kind aan moet voldoen:

  1. Het kind moet het kunnen
  2. Het kind moet het begrijpen
  3. Het kind moet het willen

1. Het kind moet het kunnen:

Hiermee wordt de lichamelijke ontwikkeling, rijping en gewaarwordingen voelen bedoeld. Wil een zindelijkheidstraining succesvol zijn moet een kind uiteraard kunnen voelen dat het moet plassen of poepen. Daarnaast moet een kind ook in staat zijn om de sluitspieren onder controle te houden. Ook moet je in staat zijn om te kunnen stappen (lopen) naar het potje. Zie ook het artikel Mijlpalen ontwikkeling zindelijkheid.

2. Het kind moet het begrijpen:

De tweede belangrijke voorwaarde om te kunnen starten met zindelijkheidstraining is het begrijpen. Hiermee wordt bedoeld dat het kind verbanden kan leggen, voldoende taal begrijpt en cognitief rijp genoeg is. Een kind moet logischerwijze het verband kunnen leggen tussen het potje en het moeten plassen. Ook zal het kind iets van taal moeten weten om te kunnen begrijpen dat hij naar het potje moet als een ouder zegt ‘doe maar een plas op je potje’.

3. Het kind moet het willen:

De laatste voorwaarde voor een succesvolle zindelijkheidstraining is het willen. Oftewel de persoonlijkheid en het temperament van het kind. Een kind moet wel willen meewerken en gemotiveerd zijn. Juist op de leeftijd van 2 en 3 jaar kan dit een lastig punt zijn. Kinderen zijn dan namelijk bezig met het ontdekken van hun eigen wil. Ook wel bekend als de koppigheidsfase. Lees ook het artikel: Hulp en tips bij lastig gedrag.

Hoe merk je dat een kind klaar is om zindelijk te worden?

Wanneer is je kind klaar voor zindelijkheidstraining? Wat is de beste leeftijd om zindelijkheidstraining te starten? Start je de zindelijkheidstraining als je kind 1 jaar, 1,5 jaar, 2 jaar of 3 jaar is? Of start je zelfs vroeger?

Voor ouders is het moeilijk om de ideale startleeftijd voor zindelijkheid in te schatten. Er is namelijk veel verschil (variatie) in het zindelijkheidsproces van kinderen. Daarom is er geen vaste leeftijd waarop je als ouders kan starten met de zindelijkheidstraining. Als ouders kan je letten op de rijpingssignalen voor zindelijkheid van je kind en op eliminatiesignalen. Dit zijn de signalen die een kind geeft op het moment dat het aandrang voelt om te plassen of poepen. Lees ook het artikel: Hoe verloopt de ontwikkeling van zindelijkheid?

Hoe oud beginnen met zindelijkheidstraining?

Elk kind is uniek, maar de algemene richtlijn is dat je kinderen het best tussen de 18  en 24 maanden kennis kunt laten maken zindelijkheidstraining. Op deze leeftijd zijn de meeste kinderen voldoende rijp om zindelijk te worden.

Rijpingssignalen voor de zindelijkheidstraining

Zoals eerder in dit artikel genoemd moeten kinderen allereerst rijp zijn voor het zindelijk worden. Of jouw kind voldoende rijp is voor de zindelijkheidstraining kan je bepalen aan de hand van rijpheidssignalen. Rijpheidssignalen zijn bepaalde vaardigheden of eigenschappen die het kind vertoont, vaak op een bepaalde leeftijd.

Uit onderzoek is gebleken dat deze zogenaamde rijpheidssignalen enorm belangrijk zijn voor de start van het zindelijkheidsproces. Dus als jij wil weten wanneer je kind klaar is voor de zindelijkheidstraining, dan is het belangrijk om goed in de gaten te houden welke signalen je kind aangeeft.

Hoe merk je dat een kind zindelijk wordt?

De volgende drie rijpheidssignalen zijn volgens onderzoek essentieel voor een succesvolle zindelijkheidstraining:

  • Het kind moet de nood om te plassen en poepen kunnen uitdrukken
  • Het kind moet zijn broek aan- en uit kunnen doen om op het potje te gaan
  • Het kind kan trots zijn op het leren van nieuwe vaardigheden en is gemotiveerd om een volledige taak uit te voeren.

Het eerste rijpheidssignaal binnen het proces van zindelijk worden bij kinderen is gedrag imiteren (nadoen). Dit rijpheidssignaal is essentieel binnen het zindelijkheidsproces en ontwikkelt zich normaal op de leeftijd van ongeveer 1,5 jaar en 2 jaar.

Het zelfstandig kunnen zitten (vanaf ongeveer 10 maanden) en lopen (vanaf ongeveer 18 maanden) zijn ook belangrijke rijpingssignalen. Dit zijn essentiële motorische vaardigheden om naar het potje te kunnen gaan en het kunnen aan- en uitrekken van de broek.

Rijpingssignalen zindelijkheid in schema

Hieronder zijn de verschillende rijpheidssignalen opgenomen die een rol spelen in het proces van zindelijk worden. In de tabel zijn ook de leeftijden vermeld waarop deze signalen ongeveer zichtbaar zullen worden. Dit kan echter afwijken, omdat elk kind uniek is en zich in zijn of haar eigen tempo ontwikkelt.

Sommige rijpheidssignalen (met name vanaf 9) kunnen ook na de start van de zindelijkheidstraining verschijnen. Zoals leren stilzitten op het potje en potjes gerelateerde woorden begrijpen. Onderstaande tabel is gebaseerd op het Handboek Zindelijkheid van A. Vermandel.

Rijpheidssignaal, het kind kan:Leeftijd in maanden
1.      gedrag imiteren1,5-24
2.      goed zitten zonder hulp4 – 16
3.      stapjes zetten zonder hulp8 – 18
4.      simpele voorwerpen opnemen9 – 18
5.      ‘nee’ zeggen als onafhankelijkheid teken9 – 24
6.      reageren op vragen en uitleg en volgt eenvoudige commando’s op9 – 26
7.      toont een bewustzijn over de nood om te plassen of poepen12 -24
8.      stopt uit zichzelf spulletjes in dozen of iets dergelijks en haalt het hier ook weer uit10 -26
9.      begrijpt potjes gerelateerde woorden12 – 26
10.    heeft een ruime woordenschat12 -26
11.     toont interesse in de zindelijkheidstraining en wil graag deelnemen12 – 28
12.    is na het middagdutje droog>12
13.    wil taakjes afmaken zonder hulp en is trots op nieuwe dingen die hij leert12 – 36
14.    wil graag droog zijn en voelt stress bij een natte broek of luier. Het kind geeft meestal aan dat hij een natte broek of luier heeft18 – 24
15.    in een zindelijkheidsgerelateerde context kleren aan- en uitdoen18 – 24
16.    enige tijd stil zitten op het potje zonder hierin gedwongen te worden25 – 33

Vroeg of laat starten met zindelijkheidstraining?

Nadelen vroeger starten (18 – 20 maanden zindelijkheidstraining) zindelijkheidstraining:

  • kinderen zijn motorisch minder vaardig en kunnen lastiger hun broek aan- en uitrekken
  • kunnen meestal nog moeilijker hun behoeften communiceren en aangeven dat zij moeten plassen of poepen
  • moeten vaker plassen en hebben meer kans op ongelukjes

Nadelen later starten met zindelijkheidstraining (ouder dan 2,5 jaar)

  • kinderen hebben geleerd om lichamelijke signalen te negeren (nat gevoel en plas- en poepdrang)
  • zijn erg gewend om in (vieze en natte) luiers te lopen en zullen verandering lastig vinden
  • hebben een grotere eigen wil (zijn zelfstandiger en onafhankelijker) en zullen zich eerder willen verzetten en protesteren

Hoe herken je dat je kind moet plassen?

Elk kind geeft (bewust dan wel onbewust) signalen af aan de ouders of omgeving dat het moet plassen of poepen. Deze signalen worden ook wel eliminatiesignalen genoemd. Hoe beter jij als ouder deze signalen herkent, hoe makkelijker je kan inschatten of je kind moet plassen en hoe succesvol de zindelijkheidstraining zal zijn. Op het moment dat jij ziet dat je kind aandrang heeft om te plassen, kan je hier namelijk op inspelen door te vragen of het kind naar het potje moet.

Voordat je start met zindelijkheidstraining is het dus belangrijk dat jouw kind signalen afgeeft als het moet plassen of poepen en dat jij als oude deze signalen herkent. In onderstaand schema zijn mogelijke eliminatiesignalen opgenomen.

Eliminatiesignalen plassen en poepen in schema

Mogelijke signalen om te herkennen dat je kind moet plassen of poepen
1.      Het kind neemt opeens een zittende plas of poephouding aan
2.      Het kindje heeft opeens interesse in het potje of in het plasgedrag van iemand uit het gezin
3.      Het kind gaat opeens de kamer uit om alleen te zijn of zoekt een rustig plekje op in de kamer
4.      Het kind stopt opeens zijn activiteit, onderbreekt even zijn spel
5.      De gezichtsuitdrukking van het kind verandert
6.      Het kind kijkt naar zijn broek / luier en of houdt zijn handen op de plek waar de plas of poep uitkomt

Het is niet altijd makkelijk om deze signalen bij je kind te herkennen. De meeste kinderen vertonen deze signalen, maar niet alle kinderen. De signalen kunnen verschillen van kind tot kind.

Het goed kunnen herkennen van de signalen dat een kind moet plassen door ouders kan het proces van zindelijkheid versnellen.

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties