Boekrecensie: Handboek Zindelijkheid (A. Vermandel)
Een handige gids gebaseerd op wetenschap en ervaring
Een boek over zindelijkheidstraining en veel meer!
Wat is de eerste fase van het zindelijk worden? Op welke leeftijd begin je met zindelijkheidstraining? Hoe herken je dat je kind klaar is om zindelijk te worden? Hoe stimuleer je een kind om op het potje te gaan? En hoe pak je het zindelijk worden aan? Wat zijn zindelijkheidsproblemen en wanneer ga je naar een dokter? Al deze vragen komen aan bod in dit overzichtelijke Handboek zindelijkheid. Een nuttig boek voor ouders (en professionals in de kinderopvang) die op zoek zijn naar een stuk achtergrondinformatie en praktische tips voor het starten van de zindelijkheidstraining.
Algemene kenmerken ‘Handboek Zindelijkheid’ en boek ‘Je kind zindelijk krijgen?’
Het Handboek Zindelijkheid is uitgekomen in 2022 en uitgegeven door uitgevrij ACCO. Het boek is de opvolger van het boek Je kind zindelijk krijgen? uit 2017. Qua inhoud zijn de boeken bijna exact hetzelfde en hebben ongeveer dezelfde hoofdstukindeling.
Het boek Je kind zindelijk krijgen heeft 164 pagina’s en is rijkelijker geïllustreerd met mooie kindertekeningen en de quotes en kaders zijn speels en in kleur vormgegeven. Het Handboek Zindelijkheid kent 125 pagina’s, heeft veel minder illustraties en geen kleuren. Doordat het Handboek Zindelijkheid iets minder pagina’s heeft, voelt het niet als een handboek aan. Hiervoor is het net te dun.
Beide boeken zijn overzichtelijk door het gebruik van heldere kopjes, niet te lange paragrafen en het gebruik van kaders en schema’s. Ik vind het boek Je kind zindelijk krijgen er iets aantrekkelijker uit zien en het Handboek Zindelijkheid oogt iets zakelijker. Wat is leuker? Dat is uiteraard echt een kwestie van smaak.
Voor wie zijn de boeken geschikt?
Het boek is geschreven voor zowel ouders als professionals / studenten die met jonge kinderen werken en op zoek zijn naar achtergrondinformatie over het zindelijkheidsproces en praktische tips en stappen voor de zindelijkheidstraining.
Conclusie Handboek zindelijkheid en het boek Je kind zindelijk krijgen?
Het Handboek zindelijkheid bevat zowel theoretische (achtergrond) informatie als praktische tips en stappen om de zindelijkheidstraining te starten. De meer theoretische hoofdstukken zijn echt nuttig om het zindelijkheidsproces beter te begrijpen en kunnen bijvoorbeeld pedagogische medewerkers helpen om over het onderwerp zindelijkheid met ouders in gesprek te gaan. Er is zelfs een heel hoofdstuk geweid aan Zindelijkheidstraining (hoofdstuk vier) in de kinderopvang.
Interessant voor de visievorming van de verantwoordelijkheidsverdeling voor het zindelijkheidsproces tussen ouders en kinderopvang. Ouders kunnen trouwens ook praktische tips voor de zindelijkheidstraining halen uit dit specifieke hoofdstuk.
Is het echt een handboek?
De achtergrondinformatie is wat mij betreft te beperkt om echt over een ‘handboek’ te kunnen praten. De basis wordt zeer helder en prettig omschreven, maar professionals of studenten die nog veel meer verdieping zoeken zullen op zoek moeten naar een ander boek.
Veel tips en stappen trainen zindelijkheid
De hoofdstukken drie en vier staan vol met stappen, tips en ervaringsverhalen over het trainen van zindelijkheid. Omdat het boek ervan uit gaat dat elk kind uniek is en elke ouder een eigen aanpak heeft, vind je geen uitgewerkte kant en klare methode in dit boek. Je zal dus als ouder nog zelf aan de slag moeten met alle informatie om tot een stappenplan te komen! Dit spreekt mij erg aan, maar ik kan mij voorstellen dat er ook ouders zijn die liever een kant en klare methode met concrete stappen willen en niet zelf nog hoeven na te denken. Dan is dit boek wellicht minder geschikt.
Goede wetenschappelijke (basis) informatie
Maar voor ouders (en professionals) die op zoek zijn naar goede wetenschappelijke (basis) achtergrondinformatie en een hele toolbox met tips en kernelementen van een goede zindelijkheidstraining, zullen blij zijn met deze boeken!
Uitgebreide beschrijving Handboek Zindelijkheid
De auteurs van het boek zijn professoren en lid van de onderzoeksgroep zindelijkheid. Zij hebben het boek geschreven op basis van de meest actuele kennis en wetenschap. Omdat de wetenschappelijke informatie is gecombineerd met praktische tips en verhalen van ervaringsdeskundigen, voelt het boek absoluut niet wetenschappelijk aan en leest het makkelijk weg.
De auteurs van het boek gaan ervan uit dat succes binnen het proces van zindelijkheid start met juiste (basis) kennis en eenduidige informatie. Vanuit deze kennis kunnen ouders en verzorgers vervolgens veel makkelijker de evidence-bases richtlijnen en tips uit het boek toepassen.
Eerste hoofdstuk
Ik denk dat de auteurs zijn geslaagd in hun opzet. Het eerste hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over de anatomie en de werking van de organen. Dit om het zindelijkheidsproces beter te begrijpen. Ook wordt de normale ontwikkeling van het plassen en de stoelgang omschreven en worden termen als zindelijkheid, zindelijk zijn, zindelijkheidsproces en zindelijkheidstraining verklaard. Zo kan je bijvoorbeeld de definitie lezen over zindelijk zijn:
Definitie zindelijk zijn:
- Wanneer het kind overdag (niet ’s nachts een onderbroek draagt en niet afhankelijk is van een luier;
- Wanneer het kind zelf de drang aangeeft en/of zelf naar het potje (of toilet) gaat en vervolgens stoelgang maakt of plast;
- Wanneer dit gebeurt zonder dat de ouders of verzorgers het kind hieraan hoeven te herinneren;
- En wanneer het kind maximaal één keer per dag een ongelukje heeft.
Het hoofdstuk leest makkelijk weg en telt slechts zeven pagina’s. Wat mij betreft had dit hoofdstuk nog uitgebreider gemogen. Het boek is dus niet geschikt voor mensen die echt op zoek zijn naar nog veel meer achtergrondinformatie over het zindelijkheidsproces. Maar als basis is dit precies goed.
Hoe herken je zindelijkheid?
Inzicht in rijpingssignalen en het herkennen van signalen dat een kind moet plassen door ouders is cruciaal binnen het zindelijkheidsproces en kan ertoe leiden dat het kind vroeger zindelijk wordt.
In hoofdstuk twee wordt de belangrijke vraag behandeld: Op welke leeftijd kan een kind starten met zindelijkheidstraining? De rijpheidssignalen zijn in een handig schema opgenomen en ook de eliminatiesignalen. Dit zijn signalen die het kind geeft aan de ouder of verzorger als het moet plassen of poepen. Het hoofdstuk telt slechts vier pagina’s, maar is in mijn beleving cruciaal voor ouders die aan de slag willen met de zindelijkheidstraining en vind ik echt een meerwaarde van dit boek.
Hoe pak je zindelijkheidstraining aan?
De auteurs van het boek gaan ervan uit dat elk kind uniek is en elke ouder een eigen aanpak heeft. Het boek bevat genoeg stappen, tips en strategieën om je eigen aanpak te ontwikkelen.
Vervolgens wordt in hoofdstuk drie, vier en vijf echt ingegaan op het trainen van zindelijkheid. Verschillende stappen die je als ouder en/of op de kinderopvang kan nemen, belangrijke kernelementen van de zindelijkheidstraining en verschillende tips en ervaringsverhalen worden omschreven. Het boek gaat ervan uit dat elk kind uniek is en elke ouder een eigen aanpak heeft.
Er is wel een voorbeeld van een stappenplan opgenomen, maar uiteindelijk is de bedoeling dat ouders met behulp van de verschillende stappen en tips een eigen aanpak en strategie bedenken. Het idee hierachter spreekt mij aan. Maar ik kan mij ook voorstellen dat er ouders zijn die liever een concreet stappenplan krijgen en niet allerlei mogelijkheden zoals in dit boek beschreven.
Ik vind dat de stappen, tips en kernelementen van de zindelijkheidstraining door elkaar heen staan en hierdoor deze praktische hoofdstukken minder overzichtelijk zijn dan ze hadden kunnen zijn. Dat is jammer, want de informatie en tips op zich zijn ontzettend helder en nuttig! Ouders die bereid zijn om deze hoofdstukken na de eerste keer lezen nog een keer na te lezen en met pen en papier hun eigen stappenplan op maat maken, is het boek heel geschikt.
Welke methode van zindelijkheidstraining past bij mij?
De achtergrondinformatie in het boek zet je als ouder echt aan het denken; welke aanpak past bij mijn kind en bij mij als ouder?
In hoofdstuk zes worden vijf methoden van zindelijkheidstraining beschreven en in hoofdstuk zeven wordt kort ingegaan op waarom kinderen later zindelijk zijn dan vroeger en de eventuele gevolgen hiervan. Ik vind deze hoofdstukken meer theoretisch van aard en als achtergrondinformatie gezien kunnen worden. Het is namelijk niet zo dat je de omschreven methoden uit hoofdstuk zes 1:1 kan toepassen in je thuissituatie.
Het hoofdstuk is in mijn beleving meer bedoeld om inzicht te krijgen in de verschillende methoden die bestaan op het gebied van zindelijkheidstraining en om vervolgens jou als ouder aan te zetten tot denken welk type methode het best bij jou en je kind past. Erg waardevol, maar ik had het logischer gevonden als dit hoofdstuk voor hoofdstuk drie in het boek had gestaan. Want in dit hoofdstuk ga je echt praktisch aan de slag met het maken van je eigen stappenplan en strategie.
Hoe herken je zindelijkheidsproblemen?
Wanneer moet ik mij zorgen maken over het zindelijkheidsproces? Waarom wordt mijn kind niet zindelijk? Hoofdstuk zes helpt ouders om in te schatten wat normaal is en wanneer je een dokter moet raadplegen.
De hoofdstukken acht, negen en tien gaan over zindelijkheidsproblemen en het voorkomen van zindelijkheidsproblemen en wanneer je contact moet opnemen met een arts. Deze hoofstukken zijn een combinatie van informatie, maar ook praktische tips. Zo wordt ingegaan op hoe je ‘potjesangst’ kan voorkomen en wat een goede ‘toilethouding’ is.
Het hoofdstuk ‘wanneer raadpleeg je een arts’ is een prettige toevoeging van het boek. Zindelijkheidstraining en het proces van zindelijk worden loopt niet altijd zoals een ouder wil. Wanneer moet je je zorgen maken? Dit hoofdstuk helpt ouders om te beoordelen of eventuele ‘moeilijkheden’ bij het normale proces horen of reden tot zorg zijn.
Bedplassen
Wat zijn de oorzaken van bedplassen? En hoe kan je bedplassen oplossen?
Het laatste hoofdstuk 11 gaat over bedplassen. Ook dit hoofdstuk is een combinatie van (beknopte) theorie en praktische informatie. Zo worden oorzaken van het bedplassen en taboes en misverstanden omschreven, maar ook praktische tips om het bedplassen op te lossen. Ook wordt kort ingegaan op de plaswekker en medicatie.
Het hoofdstuk telt acht pagina’s en geeft hiermee genoeg informatie om ouders gerust te stellen of om met het onderwerp aan de slag te gaan. Voor ouders die vooral op zoek zijn naar informatie over bedplassen is het boek dus minder geschikt.