Kinderen met ADHD, veel leerkrachten hebben ze in de klas. De kinderen zitten niet stil, zijn snel afgeleid en praten overal doorheen. Maar voor wie is dit een probleem? Uit onderzoek is gebleken dat het een probleem voor de omgeving is. Als leerkracht zul je hier op de juiste manier mee om moeten gaan.
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 3% van de kinderen in Nederland ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) heeft. Bij jongens komt ADHD ongeveer drie keer zoveel voor als bij meisjes. Ongeveer 100.000 van deze kinderen heeft medicatie om de symptomen van ADHD te onderdrukken (Stichting Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens (2011), ADHD in Nederland). Volgens deskundigen is dit niet de juiste oplossing. Er kan beter worden gekeken naar andere oplossingen. Het kind kan er niks aan doen dat het ADHD heeft. De omgeving zal zich hier dus aan moeten aanpassen. Dit geldt ook in de klas. Er zullen dus aanpassingen moeten komen voor het kind.
Positieve benadering
Het belangrijkste bij de omgang met kinderen met ADHD is een positieve benadering. Volgens expert Marlou Hilverdink: “Negatieve feedback geven aan kinderen met ADHD, kan een negatief zelfbeeld creeëren bij het kind.” Door elke keer het kind te corrigeren omdat het ADHD heeft, kan het kind vergeten dat het meer is dan de ADHD. Het vergeet de dingen waar hij wel goed in is, wat negatieve gevolgen heeft voor zijn zelfbeeld en ontwikkeling. Door het kind positief te benaderen, wordt een positieve sfeer en een goede band met het kind gecreeerd. Dit bevordert de resultaten van het kind, waardoor er een positief zelfbeeld kan ontstaan.
Structuur
Kinderen met ADHD hebben behoefte aan structuur. Door de structuur weten ze waar ze aan toe zijn en wat er van ze verwacht wordt. Een begeleider moet samen met het kind een planning maken en bespreken hoeveel werkjes hij af moet hebben die dag of week. Een beloning voor het kind als hij deze werkjes af heeft, zorgt ervoor dat het kind gemotiveerd blijft. Dit heeft een positief effect op de resultaten van het kind. Belangrijk hierbij is dat de planning duidelijk is. Het kind moet regelmatig kunnen bekijken wat hij moet doen en welke doelen hij moet behalen die dag of week.
Indeling van de klas
Het is verstandig om de klas zo in te delen, dat het kind met ADHD hiervan profiteert. Het kind kan het beste in de buurt van de leerkracht zitten. Hierdoor kan de leerkracht makkelijk contact maken met het kind. Het kind kan ook makkelijk hulp vragen van de leerkracht. Een kind met ADHD is in veel gevallen snel afgeleid.
Dit kan worden tegen gegaan door een kind op een plek te zetten in de klas waar hij zo min mogelijk afgeleid kan worden door dingen om zich heen. Een kind met ADHD moet niet bij een raam zitten, want dan kan hij naar buiten gaan kijken.
Verder blijkt uit onderzoek dat kinderen met ADHD beter presteren als ze in groepjes zitten met kinderen zonder ADHD. Het gedrag van de leerlingen om hem heen, beïnvloedt het gedrag van het kind met ADHD. Als deze kinderen rustig zitten te werken, zal het kind met ADHD ook sneller aan het werk gaan.
Vorm van onderwijs
Ook de manier van onderwijs geven is van belang. Aangezien kinderen met ADHD vaak moeite hebben zich te concentreren, is de klassieke instructie vaak niet de beste manier van lesgeven. Veel kinderen met ADHD leren beter door dingen te ontdekken, door actief bezig te zijn met de leerstof. Het kind vereist uitdagend onderwijs waar hij actief mee bezig kan zijn, waarbij hij niet stil moeten zitten.
De rol van de ouders
De ouders spelen natuurlijk ook een grote rol bij de omgang met het kind. Het is belangrijk dat school en thuis op één lijn staan als het gaat om de omgang met het kind. Als er thuis heel anders met de ADHD van het kind wordt omgegaan dan op school, kan dit juist negatieve effecten hebben voor het kind.
Probleem van de omgeving
Het kind kan er niks aan doen dat hij ADHD heeft en kan daar niets aan veranderen. Het is de verantwoordelijkheid van de omgeving en niet die van het kind om zich aan te passen zodat het kind zich volledig kan ontwikkelen. De omgeving moet zich dus aanpassen aan de behoeftes van het kind.