Artikel

Wat moet kind kunnen als hij naar basisschool gaat?

Artikel

Welke vaardigheden zijn nodig om naar de basisschool te kunnen?

Kinderen moeten rijp zijn om naar de basisschool te kunnen. Wat moet je kind kennen, weten en begrijpen als hij naar de basisschool gaat? Kinderen moeten voor schoolrijpheid over voldoende cognitieve-, motorische-, sociale- en taalvaardigheden beheersen. 

Verder zijn vaardigheden als zelfvertrouwen, aanpassingsvermogen, zelfstandigheid, prestatiemotivatie, taakgerichtheid en aandachts- en concentratievermogen van belang. Schoolrijpheid is dus meer dan alleen een voldoende niveau van intelligentie. Lees ook het artikel: ‘Wanneer zijn kinderen rijp om naar school te gaan?’

Op het gebied van motoriek moet je kind:

  • kunnen lopen, springen, hinkelen, klimmen, glijden en rollen (grove motorische vaardigheden)
  • kunnen tekenen, kleuren, knippen, prikken en kralen rijgen (fijne motorische vaardigheden)

Op het gebied van taal moet je kind:

  • een passieve woordenschat van 4000 en een actieve woordenschat van 2000 woorden hebben
  • eenvoudige samengestelde zinnen (toen, en toen, dan, etc.) en vraagzinnen (wie, wat, waar, etc.) kunnen maken
  • aanwijs-, luister-, keuze-, voorspel- en wie-/wat-/waarvragen begrijpen
  • lettersymbolen zoals de ‘P’ van parkeren herkennen
  • verstaanbaar kunnen praten
  • kunnen begrijpen wat er wordt gezegd

En op het gebied van cognitieve vaardigheden moet je kind:

  • wel eens gehoord hebben van een vierkant, driehoek en cirkel, maar hoeft dit nog niet kunnen te benoemen
  • wel eens gehoord hebben van de basiskleuren, rood, blauw, groen, maar hoeft dit nog niet te kunnen benoemen
  • besef hebben voor de begrippen boven, onder, voor, achter, naast, tussen, op etc. en begrippen snappen als groter, hoger, langer, etc.
  • enig besef hebben van tijd; ochtend, middag, avond, nacht, nu, straks, morgen en gisteren
  • getalsymbolen herkennen en bijvoorbeeld weten hoe de 1 en de 2 heten
  • een beetje kunnen tellen

Op het gebied van zelfredzaamheid en praktische vaardigheden moet je kind:

  • zindelijk zijn en zelf naar de wc kunnen gaan
  • zich zelf kunnen aan- en uitkleden (mag nog hulp vragen voor knopen en ritsen)
  • een poosje alleen kunnen spelen
  • zich een korte periode kunnen concentreren op een taak
  • een poosje kunnen stilzitten
  • zelfstandig dingen kunnen afwerken, zoals bijvoorbeeld een puzzel
  • een A4 kunnen dubbelvouwen
  • kunnen bouwen met blokken en overweg kunnen met klei

Op het gebied van sociaal-emotionele vaardigheden moet je kind:

  • op zijn beurt kunnen wachten
  • rekening kunnen houden met anderen
  • belangstelling hebben/tonen voor de interactie met andere kinderen
  • zich prettig kunnen voelen in een groep en kunnen werken in een groep
  • zich geborgen en veilig voelen
  • om hulp durven vragen, mondig kunnen zijn
  • kunnen omgaan met gedeelde aandacht van de leerkracht
  • enigszins kunnen omgaan met kritiek
Abonneer
Laat het weten als er
3 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Op het gebied van cognitieve vaardigheden moet je kind:

wel eens gehoord hebben van de basiskleuren, rood, blauw, groen, maar hoeft dit nog niet te kunnen benoemen

De basiskleuren zijn blauw rood en geel 😉

Ik zou een kleuterjuf dit artikel laten herzien. Er staan vaardigheden tussen die een kind nog niet hoeft te kunnen voordat ze naar school gaan en juist in groep 1/2 gaan leren. Bijvoorbeeld in de leerlijn van het knippen gaan de jongste kleuters eerst oefenen met prikken om daarna op te bouwen naar knippen. Ook staan er motorische vaardigheden die zeker geen voorwaarde zijn om op school te starten. Rollen om de lengte as kunnen veel jonge kleuters wel, maar een koprol (om de breedte as) nog niet. Hier gaan ze op school mee starten