Deze maand geeft beeldend therapeut en docent beeldende vorming Mara Heijs van praktijk Creatieveling uit Amsterdam haar visie op de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast geeft zij ons een ‘kijkje’ op haar werkzaamheden als therapeut in haar praktijk Creatieveling.
Wie is Mara Heijs?
Mijn naam is Mara Heijs, beeldend therapeute en docent beeldende vorming. Van jongs af aan heb ik op verschillende wijze uiting gegeven aan mijn eigen creativiteit. Tekenen, zingen, dansen, schrijven… Vers van de middelbare school heb ik mij met veel plezier gestort op de opleiding ‘Docent Beeldende Vorming’ aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. In de grote klassen trokken de ‘zorgleerlingen’ altijd mijn aandacht. Mijn wens om deze kinderen te helpen, bracht mij tot de opleiding ‘Creatieve Therapie’ aan de Hogeschool Utrecht. Een studie waarin zowel de creatieve kant als de therapeutische kant op een mooie manier samen komen. Tegenwoordig werk ik met veel enthousiasme bij de Opvoedpoli en sinds kort ook in mijn eigen bedrijf ‘Creatieveling’.
Wat is Creatieveling?
Creatieveling is een praktijk in Amsterdam voor beeldende therapie en beeldend onderwijs, en alles daar tussenin, zoals bijvoorbeeld workshops Art Journaling voor kinderen. Creatieveling biedt beeldende therapie voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar en voor gezinnen. Daarnaast geef ik ook workshops Art Journaling voor kinderen en ondersteun ik basisscholen in het vormgeven van lessen beeldende vorming op school.
Wat houdt beeldende therapie in?
Beeldende therapie is een laagdrempelige vorm van therapie waarbij niet de nadruk ligt op het praten maar op het doen. Daarmee is het zeer geschikt voor kinderen die niet weten wat hen dwars zit, niet goed kunnen vertellen wat hen dwars zit of niet graag praten over wat hen dwars zit. In plaats van praten over de problemen die er zijn, mogen ze aan de slag met allerlei beeldende materialen. Ze kunnen tekenen, schilderen, bouwen, boetseren… Terwijl ze bezig zijn laten kinderen iets zien van wie ze zijn, wat hen bezig houdt, hoe ze zich voelen en gedragen, wat ze beleven, hoe ze dingen aanpakken en welke thema’s hen bezig houden. Zo betrekken ze de beeldend therapeut, die zorgvuldig observeert, bij hun belevingswereld op een non-verbale manier en kan de beeldend therapeut daarbij aansluiten en van daaruit het kind verder begeleiden. Beeldende therapie kan ook met het hele gezin. Het is geschikt voor gezinnen waar bepaalde problemen steeds terug blijven komen en het nog niet gelukt is om daar zelf verandering in te brengen. Door als gezin samen bezig te zijn, kun je ontdekken wat er in je eigen gezin speelt, welke patronen er bestaan, wat ieder gezinslid nodig heeft, wat de kwaliteiten zijn van ieder gezinslid, waar de uitdagingen van je gezin liggen en hoe ongewenste patronen en interacties doorbroken kunnen worden. Aan de hand van concrete situaties, zoals die zich in beeldende therapie voordoen, is het soms gemakkelijker om te zien hoe dingen gaan en welke dingen je graag anders zou zien, dan in de drukte van het dagelijks leven. Je hoeft voor deze therapie niet creatief te zijn want alle opdrachten worden volledig aangepast aan de interesse en vaardigheden van alle gezinsleden! Vaak zijn ouders bang dat ze beoordeeld worden tijdens een beeldend therapie met het gezin een maar het is in deze therapie juist belangrijk dat ik als beeldend therapeut vooral ouders ondersteun om zelf te ontdekken hoe de dynamiek van het gezin is en zelf te oordelen hou zij het graag zouden hebben.
Met welke expertises werk je samen?
Creatieveling heeft samenwerkingsverbanden met (ortho)pedagogen, psychologen en verschillende vaktherapeuten, zoals danstherapeute, dramatherapeuten en muziektherapeuten. Daarnaast heb ik een breed netwerk van andere creatievelingen die ieder op hun eigen manier vormgeven aan hun creativiteit en deze inzetten in o.a. de zorg, het onderwijs en in kunst. Het samenwerken en het hebben van een netwerk om je heen vind ik belangrijk omdat het denken uit verschillende expertises en invalshoeken aanvullend kan zijn en als je vanuit een andere hoek kijkt, zie je andere dingen, die heel waardevol kunnen zijn en je scherp houden.
Waarmee onderscheid jij je?
Als creatieveling ben ik nooit bang om out of the box te denken, om wegen te bewandelen die misschien niet voor de hand liggend zijn maar wel erg bruikbaar, ben ik flexibel, vind ik niet snel iets gek, en kan ik mij gemakkelijk een voorstelling maken van de beleving van een ander en mij inleven in een ander. Ik doe liever wat werkt, dan wat hoort. Wat is jouw visie op beeldende therapie en de ontwikkeling van kinderen? Kinderen ontwikkelen zich op eigen wijze en kunnen op verschillende gebieden groeien en bloeien maar ook vast lopen. In beeldende therapie vind ik het van belang om aan te sluiten bij de eigenheid en unieke beleving van een kind. In beeldende therapie kan een kind lekker aan het werk, wat de therapie laagdrempelig maakt. Ondertussen maken kinderen hele persoonlijke keuzes in het vormgeven van beeldende werkstukken en de manier waarop ze dat aanpakken. Daarmee geven kinderen mij als therapeut een kijkje in hun wereld – hoe ze dingen doen en beleven en hoe ze daar over denken – en kan ik daar deel van uitmaken en hen op die manier begrijpen. Van daaruit kan ik hun kwaliteiten versterken, helpen bij de moeilijke dingen waar ze mee zitten, bewust beeldende materialen, technieken en opdrachten inzetten om een kind eens een andere of nieuwe ervaring mee te geven aan een kind en ouders terug geven wat ik heb kunnen observeren in de therapie en hen ideeën of handvatten te geven wat zij mogelijk zelf kunnen doen om hun kind verder te helpen. Beeldende therapie is een manier om zonder al te veel worden, toch aan te kunnen sluiten en spelenderwijs de ontwikkeling weer op gang te brengen, of het nu gaat om zelfvertrouwen, omgaan met emoties of angsten, of hoe je vriend(in)en maakt etc.
Wat zijn de gouden tips om de ontwikkeling te stimuleren?
Maak stapjes in de ontwikkeling haalbaar voor je kind, op welk gebied dan ook. Niemand verwacht van een kind dat het in één keer kan lopen zonder vallen en opstaan. Het gaat stap voor stap, met kleine sprongen vooruit. Heeft je kind moeite op een bepaald gebied, zorg dan dat je begint bij wat een kind al kan en houdt de volgende stapjes klein, behapbaar en haalbaar zodat ze te nemen zijn voor een kind en dat een kind succes kan hebben doordat het lukt en gemotiveerd blijft.
Wanneer moet ik mij zorgen maken over de ontwikkeling van mijn kind?
Als ouder ken je je kind het beste. Of -en wanneer je je zorgen maakt om je kind, is dan ook vooral aan de ouder. In eerste instantie help je je kind natuurlijk zelf met ontwikkelen en opgroeien en als je er zelf dan even niet meer uitkomt, zijn er misschien familieleden, vrienden of buren die kunnen helpen. Kom je er dan nog niet uit en maak je je zorgen, dan kan professionele hulp je verder helpen.
Wanneer schakel ik beeldende therapie in?
Beeldende therapie is een vrij laagdrempelige vorm van therapie die kinderen vaak als ‘leuk’ ervaren. Het is een therapie die kinderen spelenderwijs een therapeutisch proces laat doorlopen. Veel kinderen die de vraag krijgen: “Wat doe je dan in beeldende therapie?” antwoorden dan ook: “Knutselen”. Omdat kinderen zich van nature spelenderwijs ontwikkelen, zijn zij zich niet altijd bewust van de processen in hun ontwikkeling die wij als volwassenen zien. Dat is ook niet nodig want dat is nu net de kracht van beeldende therapie: dat de het proces van de therapie plaatsvindt in het doen i.p.v. praten. Een non-verbale therapie, zoals beeldend therapie, kan uitkomst bieden voor:
- Kinderen die niet weten wat hen dwars zit en het dus ook niet goed kunnen vertellen.
- Kinderen die hun problemen niet goed kunnen verwoorden.
- Kinderen waarbij er moeilijk woorden te vinden zijn voor de problemen die ze hebben.
- Kinderen waarbij er sprake is van een taboe op praten over bepaalde ervaringen.
- Kinderen waarbij het praten over de problemen zoveel afweer oproept dat dit niet mogelijk is.
- Kinderen die moeite hebben om bij hun emoties te komen of contact te maken met hun eigen beleving en bijvoorbeeld te veel rationaliseren als afweer.
- Kinderen die erg sociaal wenselijk gedrag laten zien en sociaal wenselijk antwoorden.
- Kinderen die met name leren van ervaren, doen en oefenen in plaats van het praten over hun problematiek
- Kinderen die moeite hebben met het ordenen en begrenzen van emoties, gedachten en gedrag. In zichtbare en tastbare materialen kan het gemakkelijker zijn om te ordenen en te begrenzen.
Hoe weet ik of de therapeut goed is, waar moet ik op letten?
Een goede beeldend therapeut heeft in principe een volledige opleiding ‘Creatieve Therapie’ gevolgd en is dus in het bezit van een diploma, is aangesloten bij de Federatie Vaktherapeutische beroepen (FVB) de Nederlandse Vereniging voor Beeldende Therapie (NVBT) en is geregistreerd bij de Stichting Registratie Vaktherapeutische Beroepen (SRVB). Dat gezegd hebbende, zijn er veel verschillende beeldend therapeuten met verschillende visies en werkwijzen. Mijn advies is: ga eerst eens kennis maken met een beeldend therapeut en kijk of een klik is, of de visie en werkwijze van de beeldend therapeut je aanspreekt en of je genoeg vertrouwen hebt in de beeldend therapeut. Wat kan beeldende therapie betekenen voor kinderen (en ouders)? Beeldende therapie is in principe geschikt voor alle leeftijden, van jong tot oud. De manier van werken en het soort beeldende activiteiten zullen altijd afgestemd worden op de leeftijd. Creatieveling werkt met kinderen tussen de 6 en 12 jaar of met het hele gezin.
Beeldende therapie kan helpen bij:
Het ontdekken wat er nu eigenlijk dwars zit ; Soms is het helemaal niet duidelijk waar klachten of problemen van een kind vandaan komen. Beeldende therapie kan helpen om dit meer in zicht te krijgen door een beeldend-therapeutische observatie. Emotionele problemen ; Het verwerken van traumatische ervaringen of het leren herkennen, uiten en/of vormgeven van emoties, angstklachten Gedragsproblemen; Het leren structuur aanbrengen, leren chaotisch gedrag tegen te gaan, verminderen van probleemgedrag, leren beter om te gaan met frustraties, leren om controle te verminderen, concentratie leren verhogen, doorzettingsvermogen vergroten. Conflictverwerking ; Om leren gaan met tegenstellingen, conflicten vormgeven en verwerken, kinderen in een loyaliteitsconflict. Egoversterking ; Ontdekken en uitbreiden van mogelijkheden/kwaliteiten/talenten, vergroten van zelfvertrouwen en zelfbeeld, leren accepteren van grenzen en beperkingen, ontwikkelen van eigenheid en identiteit. Sociale vaardigheden ; Leren samenwerken, leren kijken en luisteren naar anderen, op een ander gericht zijn, bevorderen van assertiviteit, leren grenzen te stellen en te bewaken, rekening leren houden met anderen, je mening durven/kunnen geven, leren initiatief nemen, leren verschillende rollen te vervullen in de omgang met anderen Inzicht in uw eigen gezin ; Ontdekken wat er in een gezin speelt, welke patronen er bestaan binnen het gezin, wat ieder gezinslid nodig heeft, wat de kwaliteiten zijn van ieder gezinslid, waar de uitdagingen van het gezin liggen en hoe ongewenste patronen en interacties doorbroken kunnen worden. Kan beeldende therapie ook helpen bij problemen zoals bedplassen en fijn motorische problemen? Bij bedplassen ligt het er maar helemaal aan wat de oorzaak is van het bedplassen. Komt het bedplassen door angst of door stress, dan kan in een beeldende therapie aan die angst of stress gewerkt worden, waarmee ook het bedplassen vermindert of verdwijnt. Is het bedplassen een manier om aandacht te krijgen, dan kan gekeken worden in beeldende gezinstherapie hoe die aandacht op een andere, meer wenselijke manier, gekregen kan worden waardoor het bedplassen mogelijk afneemt of verdwijnt. Fijne motoriek kan in een beeldende therapie geoefend worden door materialen en technieken te gebruiken die steeds een beetje meer fijnere motoriek vragen. Met grote kwasten op een groot vel papier schilderen vraagt minder fijne motoriek dan met een potlood en tekening maken op een klein blaadje papier. Door beeldende opdrachten aan te bieden die goed aansluiten bij wat een kind al kan en tegelijkertijd net even wat uitdaging biedt in wat een kind nog niet zo goed kan, kan een kind in kleine stapjes oefenen en toch succeservaringen opdoen die motiverend zijn om te blijven oefenen.
Leren kinderen beter knutselen of leren kinderen problemen aanpakken door knutselen?
Kinderen leren in beeldende therapie niet beter knutselen. Daarvoor kunnen ze naar een knutselclubje. Beeldend werken is een middel, geen doel. Net zoals het doel van een verbale therapie niet is om te leren praten. Praten is in een verbale therapie een middel om tot een therapeutisch proces te komen. Beeldend werken is in beeldende therapie een middel om tot een therapeutisch proces te komen. Dat er in een beeldend therapie beeldende werkstukken ontstaan is een mooie bijkomstigheid en het eindproduct kan ook zeker een therapeutische waarde hebben in de therapie, maar het niet perse het doel van de therapie.
Wat is jouw werkwijze en wat kunnen de resultaten zijn?
Beginnen bij het begin: kennismaken! In een kennismakingsgesprek kunnen we elkaar leren kennen, je kunt iets vertellen over de vraag die je hebt en ik kan iets vertellen over beeldende therapie en hoe het allemaal in zijn werk gaat. Daarna volgen er bij een individuele beeldende therapie 5 sessies ter observatie. In deze sessies hebben we de mogelijkheid om elkaar te leren kennen en heb ik de kans om te zien welke problemen zichtbaar worden in de beeldende therapie en op welke manier, welke aanknopingspunten er mogelijk zijn voor verdere behandeling en of beeldende therapie de juiste manier lijkt. Soms wordt er tijdens de observatie al zo veel helder, dat ouders zelf verder kunnen met een paar tips. Soms is het goed om beeldende therapie in te zetten voor de problemen die zichtbaar zijn geworden en soms is het handiger om een andere therapievorm te kiezen voor de problemen die zichtbaar zijn geworden of is er iets anders nodig dan therapie. Als er wordt gekozen om verder te gaan met individuele beeldende therapie, vindt deze therapie wekelijks plaats en zullen er tussendoor evaluaties plaatsvinden met ouders. Tijdens de evaluaties wordt de voortgang besproken en wordt er steeds gekeken of verdere behandeling nog nodig is. Omdat een individuele beeldend therapie helemaal op maat is, is het aantal sessies ervan ook verschillend per persoon. Als er gekozen wordt voor beeldende therapie met het hele gezin, wordt ook eerst gestart met een observatie. Van de observatie krijgen ouders een verslag thuis gestuurd en aan de hand van het verslag stellen ouders werkpunten op voor hun eigen gezin en gaan we met deze werkpunten gericht aan de slag. In het totaal bestaat deze therapie uit 10 sessies die om de twee weken plaats vinden.
Resultaten en voorbeelden
Het resultaat van beeldende therapie met kinderen is vaak dat kinderen het ervaren hebben als ‘leuk’ en ‘fijn’ en dat de problemen die speelden zijn verminderd of zelfs helemaal zijn verdwenen. Zoals bij Patrick, die na een verhuizing van Australië naar Nederland grote moeite had om in Nederland zijn plek te vinden en zich niet goed kon concentreren op school maar hier absoluut niet over wilde praten. In de therapie gaf Patrick aan dat hij er moe van werd dat iedereen het maar met hem wilde hebben over de verhuizing. ‘Altijd maar dat gezeur!’. In de beeldende therapie is het onderwerp dan ook onbesproken gebleven maar hebben we vooral gewerkt aan het opgeven van de weerstand die Patrick had om te settelen en om een nieuwe eigen veilige plek vorm te geven met beeldende materialen i.p.v. met woorden. Toen de weerstand om te settelen eenmaal doorbroken was en zijn nieuwe eigen veilige plek binnen de therapie vorm gekregen had, ging het ook thuis en op school beter met Patrick en begon hij ineens de leuke kanten van het wonen in Nederland te zien en te genieten. Of bij Melvin, die flink worstelde met de afwijzing van zijn vader en hier heel boos over was maar het ook eng vond om al die woede toe te laten. Melvin had de woede zo diep en ver weg gestopt dat hij er niet meer vanaf kwam en zich erg ongelukkig voelde. Ook zijn zelfvertrouwen had een flinke deuk opgelopen door de afwijzing van zijn vader en hij was erg gesloten. In beeldende therapie had Melvin een plek om langzaam het vertrouwen in zichzelf terug te krijgen doordat hij dingen maakte die dan lukte, ook al had hij van te voren niet verwacht van zichzelf dat hij het zou kunnen. Hij durfde na enige tijd zelfs zijn boosheid te laten zien en zijn boosheid er letterlijk uit te gooien met verfbommetjes. Melvin werd opener, vrolijker en energieker en kreeg meer zelfvertrouwen.
Welke kinderen en ouders komen bij jou in de praktijk?
Vaak zijn het ouders die aan het gedrag van hun kind merken dat er iets dwars zit – bijvoorbeeld woede uitbarstingen of dat een kind zich erg terugtrekt – maar niet goed weten hoe dit komt of waar dit aan ligt. Of als ze wel weten waar het aan ligt maar niet goed weten hoe ze daar mee om kunnen gaan of wat ze kunnen doen om hun kind te helpen. In het geval van beeldende gezinstherapie gaat het vaak om gezinnen die al lange tijd proberen om de problemen binnen het gezin op te lossen maar dat het maar niet wil lukken, ofwel omdat ze niet weten waar het steeds mis gaat ofwel omdat ze het moeilijk vinden om in de praktijk veranderingen aan te brengen. Het aanpassen van gezinspatronen is lastig omdat de patronen vaak hardnekkig zijn. In beeldende gezinstherapie kun je als gezin stap voor stap in een veilige ‘alsof situatie’ bewust oefenen met vaardigheden die je helpen de veranderingen die je als gezin graag zou zien, te laten slagen en kun je deze vaardigheden langzaamaan ook thuis gaan inzetten. Ik krijg ook wel eens vragen van gezinnen hoe zij als gezin om kunnen gaan met een kind waarbij bijvoorbeeld spraken is van een stoornis, zoals bijvoorbeeld Autisme of ADHD. Eén gezin vroeg mij om een soort ‘gebruiksaanwijzing’. Ofwel: hoe kan ik het beste met mijn kind omgaan? Beeldende therapie kan soms hele concrete handvaten voor ouders opleveren omdat de situaties die zich in beeldende therapie voordoen vaak zo concreet en treffend zijn. Kloppen ouders zelf aan of doorverwijzing? Beide. Soms bellen ouders zelf of melden hun kind zelf aan en soms loopt het via een verwijzing van bijvoorbeeld de huisarts, via school of via instellingen en praktijken waar ik mee samenwerk.
Heb je een succesverhaal uit de praktijk?
Het verdrietige hondje van Hanneke
Hanneke is erg teruggetrokken. Ze heeft geen vriendinnen en lijkt zich daar eenzaam bij te voelen. Ze laat niet veel los over zichzelf of over hoe ze zich voelt. In de therapie tekent Hanneke in eerste instantie veel hartjes en vlinders. Daarna kleit ze haar twee katten die ze thuis heeft. De therapeut bespreekt met Hanneke dagelijkse dingen: hoe de dansles was, hoe haar broertjes in gestruikeld en nu zijn enkele gekneusd heeft, hoe haar schooldag was, wanneer ze op kamp gaat enzovoorts. Ook in de eerste paar therapie sessies laat Hanneke niet te veel zien; alleen oppervlakkig. Dan maakt Hanneke ineens een hondje met een traan in zijn ooghoek. Ze vertelt dat het hondje verdrietig is. Dan legt ze resoluut het werkstuk weg en zegt dat ze nu wel wil knutselen met speksteen. De therapeut vermoed dat het verdriet van het hondje wel eens een opening zou kunnen zijn voor Hanneke om iets van haar eigen verdriet te laten zien. Hij weet dit echter nog niet zeker. Hij vraagt niet door over het verdriet van het hondje omdat hij Hanneke de ruimte wil geven om op haar eigen tempo en eigen voorwaarden haar eigen gevoelens te introduceren in de therapie. De tekening van het verdrietige hondje wil Hanneke later weggooien omdat hij mislukt was. De oren zijn maf, volgens Hanneke en hij zit maar te huilen. De therapeut, houdt de mogelijkheid open dat Hanneke eigenlijk hiermee haar eigen verdriet weer wil verstoppen en wellicht bang is dat zij zelf niet geaccepteerd zal worden door imperfecties. Daarom zegt de therapeut tegen Hanneke dat hij het belangrijk vindt dat het hondje blijft, omdat hij ook welkom is met zijn maffe oren en zijn verdriet. Iedereen heeft wel eens verdriet en heeft iets mafs. In de sessies die volgen, komt het thema verdriet veelvuldig naar voren. Andere wezens die verdriet hebben, of verdrietige gebeurtenissen worden uitgetekend. De therapeut reageert met empathie op het verdriet van de wezens die Hanneke tekent. Hanneke vertelt steeds meer over waarom de wezens zo verdrietig zijn en hoe erg hun verdriet is. Hiermee is het thema ‘verdriet’ het hoofdthema van de therapie. Het is zichtbaar en bespreekbaar. Het mag er zijn en in de therapie kunnen Hanneke en de therapeut er samen naar kijken en het er over hebben. In de therapie gaat het op dat moment over het verdriet dat zichtbaar is in de werkstukken van Hanneke en niet over het verdriet dat Hanneke zelf van binnen voelt. Na verloop van tijd, vertelt Hanneke dat ze zelf ook wel verdrietig kan zijn. Hanneke heeft kunnen horen, zien en ervaren dat de therapeut vindt dat iedereen welkom is in de therapie, ook met imperfecties en met verdriet en ze heeft gezien dat de therapeut met empathie reageert op verdriet van anderen. Dit heeft haar voldoende vertrouwen gegeven om ook haar eigen verdriet te laten zien. Omdat in de tekeningen van Hanneke ook naar voren komt dat ze wezens erg alleen staan met hun verdriet en niet door iemand getroost worden of samen met een ander verdriet delen, vraagt de therapeut of dat voor Hanneke ook zo is. Hanneke vertelt dat ze altijd het gevoel heeft dat zij de enige is met verdriet. Gaandeweg het gesprek, vertelt Hanneke dat er wel een meisje in de klas zit die het ook moeilijk heeft omdat ze hetzelfde heeft meegemaakt als zij. De therapeut bespreekt met Hanneke of het mogelijk zou zijn dat Hanneke contact met haar zoekt. Hanneke denkt van wel. Drie weken later komt Hanneke stralend binnen. Ze heeft contact gezocht met het meisje uit haar klas en ze zijn nu hartsvriendinnen. De therapeut vraagt hoe dat zo gekomen is. Hanneke zegt dat het zo fijn is dat het meisje haar verdriet begrijpt en dat je aan een half woord genoeg hebt. Ze zegt dat ze elkaar ook kunnen troosten als ze het moeilijk hebben en Hanneke voelt zich minder alleen.
Pijn zonder pleister
Vera is op jonge leeftijd seksueel misbruikt. Ze is 7 jaar en kan hier absoluut niet over praten. Als iemand te dichtbij komt gaat ze hele gekke sprongen maken of heel hard gillen. Alles om maar af te leiden. In de therapie trekt ze vooral gekke bekken, danst rond in de therapiekamer of maakt koprollen. Ze wil eigenlijk niets maken. Vera is heel alert op haar omgeving. Ieder geluid pikt ze op. Soms kijkt ze alleen verrast maar meestal schrikt ze enorm. Om Vera op haar gemak te stellen in de therapiekamer, loopt de therapeut eerst met Vera alle geluiden af. Ze bekijken samen waar de geluiden vandaan komen, hoe de geluiden ontstaan etc. Sommige geluiden maken ze zelf expres om de onschuldigheid ervan te ervaren. Vera raakt vertrouwd met de omgevingsgeluiden en wordt steeds rustiger in de therapiekamer. Dan pas komt ze tot het maken van iets. Ze maakt baby’s die op verschillende manieren heel veel pijn hebben. Soms prikt de moeder ze in hun buik, de baby’s van klei gooit Vera kapot en sommige baby’s worden opgegeten door honden of wolven en weer andere baby’s worden met hun hoofd tegen de grond aan geslagen. Als de therapeut met empathie reageert op de baby’s, wordt Vera woest. De therapeut mag niet met empathie reageren van haar. Vera lijkt in dit stadium vooral haar pijn uit te willen beelden en daar hoort ook bij dat er niemand was om voor haar te zorgen of haar te beschermen. De therapeut reageert van nature met empathie op het leed dat Vera laat zien in haar spel en beeld. Vera laat gruwelijke dingen zien. Maar dat de therapeut met empathie reageert, past niet in wat Vera wil laten zien. Vera wil juist dat de pijn – haar pijn – gezien wordt. De therapeut biedt Vera de ruimte om de pijn te laten zien en benoemt alleen maar hoe zeer het doet om Vera de erkenning te geven voor de pijn. Pas veel later mag de therapeut voorzichtig een pleister plakken op een pijnlijk wondje van een baby. Er breekt een nieuwe fase aan waarin baby’s die pijn hebben verzorgd moeten worden met pleisters en verband. Het beeld is nog wisselend: de ene keer mag het wel, de andere keer niet. Vera begint intussen thuis en op school wat opgewekter te worden. Ze heeft minder clownesk gedrag en luistert wat beter naar haar ouders. Ze is nog wel alert, ook thuis, maar schrikt minder heftig van onverwachte geluiden. Vera was niet in staat om haar trauma te verwerken door er over te praten. Praten riep te veel spanning op en Vera had misschien ook geen woorden voor wat haar overkomen was. In het spelen en beeldend werken kon zij zich op een andere manier uiten en daarmee een stukje van de heftige emoties verwerken. De details van het misbruik of het misbruik zelf zijn niet aan de orde geweest maar de pijn wel degelijk!
Een scheldparade van Jelle
De eerste therapie al, vraagt de 8 jarige Jelle of hij de therapiekamer kapot mag maken. Dat mag niet. De houten balk die de therapeut hem geeft mag wel helemaal kapot. Jelle gaat aan de slag. Binnen een kwartier ligt de hele balk uiteen. Daarbij scheld Jelle veel. De meest verschrikkelijke scheldwoorden vliegen door de therapieruimte. Het is duidelijk dat Jelle met deze manier van contact maken geen vrienden zal maken in het dagelijks leven. Thuis heeft Jelle last van woede uitbarstingen en scheldt hij ook veel. De therapeut kijkt het even aan en probeert in te schatten welke beweegredenen er schuil zouden kunnen gaan achter zijn gedrag. Ze weet dat het leven van Jelle alles behalve rooskleurig is en dat Jelle het meest bang is voor afwijzing. In het dagelijks leven wordt het op deze manier wel een self fulfilling prophecy. De therapeut besluit om Jelle hoe dan ook niet af te wijzen. Jelle test ondertussen uit hoe ver hij kan gaan. De therapeut zegt na een tijdje: je moet je wel heel rot voelen dat je zulke scheldwoorden kan verzinnen. Jelle zegt dat dit nog niet eens de ergste zijn. Het kan nog veel erger! De therapeut vraagt hoe erg de scheldwoorden zouden zijn als ze weer zouden geven hoe rot hij zich voelt. Jelle verzint de meest verschrikkelijke scheldwoorden. De therapeut knikt instemmend en zegt: “Dat is wel heel rot”. Jelle zucht. De therapeut benoemd dat je in het echt eigenlijk geen scheldwoorden mag zeggen maar dat ze nu wel wat beter snapt hoe rot hij zich voelt. Jelle lacht lief en zegt: “Ik weet dat het niet mag”. De therapeut ziet ineens een hele lieve, kwetsbare kant van Jelle en zegt: “Misschien kunnen we samen op zoek naar een andere manier om je minder rot te voelen en als je je dan toch zo rot voelt, dat je dan ook een andere manier weet om dat te vertellen. Jelle vind het goed. De ‘alsof situatie’ maakte bij Jelle dat hij niet op zijn kop kreeg van de therapeut omdat hij scheldwoorden gebruikte en iets kapot maakte, maar dat er ingegaan werd op de boodschap die er vanuit ging, namelijk, dat hij zich verschrikkelijk voelde. Hiermee werden die gevoelens niet afgewezen, zoals dat in het dagelijks leven vaak gebeurd als je ze op die manier uit, maar werden die gevoelens erkent en geaccepteerd, ondanks de onhandige wijze van expressie. Jelle mag al zijn boosheid eruit gooien door heel hard te timmeren en te hakken in een groot stuk hout. In de therapie wordt ook gezocht naar alternatieve woorden die Jelle mag gebruiken om zijn boosheid te uiten. Het moeten wel woorden zij die bij Jelle passen. Jelle zegt dat hij zijn woede kan vergelijken met muziek. Hele stille muziek is als hij zich goed voelt en hele heftige muziek is als hij heel boos wordt, zoals bij ACDC. Met de ouders van Jelle spreken we af dat Jelle aangeeft wanneer hij ACDC muziek voelt. Jelle mag dan even heel hard stampvoeten thuis. Jelle kan dan zijn woede kwijt en hoeft niet meer te schelden.
Een dag uit de praktijk van Mara:
Iedere dag is anders maar een gemiddelde dag uit de praktijk bestaat uit 3 of 4 therapieën. Ik zie de therapieën als een ‘samen ontdekken’ en het is echt genieten als je ziet dat kinderen of gezinnen in een beeldende therapie een proces doormaken wat hen verder brengt en als je hen langzaam ziet opbloeien. Hoewel ik natuurlijk goed begrijp hoe beeldende therapie werkt en ook gericht dingen doe of laat om kinderen verder te helpen, blijft het ook voor mij een soort ‘magie’ als je uiteindelijk ziet wat er gebeurd. Ik kan versteld staan van de mooie en persoonlijke wijze waarop kinderen in de beeldende therapie laten zien wie ze zijn en wat ze doen, denken en voelen. Het mooiste is nog, als kinderen zichzelf versteld doen staan als ze ontdekken hoe zij hun innerlijke beleving hebben kunnen uiten in beeldende werkstukken. Naast therapieën bestaat een dag ook vaak uit contacten met ouders of scholen, overleg met collega’s en/of samenwerkingspartners, workshops, het geven van voorlichting over beeldende therapie, soms het schrijven van een verslag of wat administratie. Benieuwd naar wat ik voor je kan betekenen? Neem dan vrijblijvend contact met me op!