Kleuter & schoolkind

Motorische ontwikkeling kleuter en schoolkind

Lees alles over de motorische mijlpalen van jouw kleuter en schoolkind. Wat kunnen kinderen gemiddeld op welke leeftijd?

Motorische ontwikkeling kleuter en schoolkind

Lees alles over de motorische ontwikkeling van je kleuter en schoolkind. Wat kan een kleuter en schoolkind op welke leeftijd op het gebied van de motorische ontwikkeling? Wanneer kan een kind een koprol, hinkelen, fietsen, knippen, tekenen en vouwen? Welke grof en fijn motorische mijlpalen zijn te onderscheiden binnen de ontwikkeling? Verder lezen over de mijlpalen in de ontwikkeling? Dan raden wij het boek Kind in ontwikkeling aan.

De motorische ontwikkeling is onder te verdelen in de grove en fijne motoriek en speelt een belangrijke rol in het dagelijks functioneren en de ontwikkeling van het kind. Motoriek is bijvoorbeeld nodig voor het spelen op het schoolplein of de gymles, het zelfstandig aankleden en eten en om netjes te kunnen schrijven. Lees ook hoe je de ontwikkeling kan stimuleren en over problemen in de ontwikkeling van kinderen en wat je hier aan kan doen.

Wat kan een kind op motorisch gebied op welke leeftijd?

Kinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen tempo. Wel kan er globaal aangegeven worden op welke leeftijd over het algemeen kinderen een bepaalde vaardigheid beheersen. Dit zijn de zogenaamde mijlpalen in de motorische ontwikkeling van kinderen. Hieronder zijn de belangrijkste mijlpalen weergegeven.

Een kleuter van 4 -5  jaar kan:

  • huppelen op één been (galoppas)
  • met beide voeten tegelijk naar voren springen (trappelt niet meer)
  • binnen de lijntjes kleuren
  • papier in driehoeken vouwen
  • zijn naam schrijven
  • kleine kralen rijgen
  • binnen 20 seconden tien knikkers in een flesje stoppen
  • schenken zonder te morsen
  • knijpers openen en ergens op vastzetten

Een kleuter van 5 – 6 jaar kan:

  • 10 seconden op één been staan eventueel met wiebelen
  • 10 keer hinkelen
  • huppelen afwisselend op linker- en rechterbeen
  • tot 2,5 meter klimmen in een recht klimraam in de gymzaal
  • een rechte koprol maken
  • een grote bal laten vallen en weer vangen (‘laat vallen – stuit – pak’)
  • een naar de borst gegooide grote bal vangen (afstand 3 meter)
  • papier in helften en kwarten vouwen
  • driehoek, rechthoek en cirkel tekenen
  • letters naschrijven
  • twee korte woorden naschrijven
  • voorwerpen van klei maken
  • binnen 18 seconden tien knikkers in een flesje stoppen
  • een vierkant uitknippen met 5 mm speling

Een kind van 6 – 7 jaar kan:

  • 10 seconden stabiel (zonder te wiebelen of de benen te klemmen) op één been staan
  • over een balk van 10 cm breed lopen (omgekeerde gymzaal bank)
  • fietsen
  • 10 keer op het niet voorkeursbeen hinkelen
  • 10 ski-sprongen maken over een lijn (zijwaarts springen heen en weer)
  • alternerend (benen om en om) omhoog en naar beneden klimmen in klimraam
  • 15 keer met grote bal stuiten met de voorkeurshand
  • een naast het lichaam gegooide grote bal vangen op een afstand van 3 meter

Een kind van 7 en 8 jaar kan:

  • 30 seconden op één been staan eventueel met wiebelen
  • over een evenwichtsbalk lopen van 7 cm
  • met 11 keer hinkelen negen meter overbruggen
  • wisselsprongen maken over een lijn (voorwaarts de benen om en om been over een lijn)
  • een koprol maken op verhoogd vlak van 30 cm (moet hiervoor afzetten met de benen)
  • 15 keer met de niet voorkeurshand een grote (basket)bal stuiten
  • naar het lichaam gegooide tennisballen vangen op een afstand van 3 meter

Een kind van 9 en 10 jaar kan:

  • 30 seconden stabiel op één been staan (benen klemmen elkaar niet)
  • over een evenwichtsbalk lopen van 7 cm met twee keer een halve draai
  • met 9 keer hinkelen een afstand van negen meter overbruggen
  • in ritme huppelen en in de handen klappen
  • een koprol maken op een verhoogd vlak van 60 cm
  • meer dan 9 meter gooien met een klein voorwerp
  • dribbelen (stuiten en looppas) met een grote (basket)bal
  • naast het lichaam gegooide tennisballen vangen op een afstand van 3 meter

En een kind van 11 en 12 jaar kan:

  • 60 seconden stabiel op één been staan (11 jaar)
  • 10 seconden op één been staan met ogen dicht (12 – 13 jaar)
  • over een evenwichtsbalk lopen van 5 cm met twee keer een halve draai (11 jaar)
  • met 7 keer hinkelen een afstand van negen meter overbruggen (11 jaar) en
  • met 5-6 keer hinkelen een afstand van negen meter overbruggen (12-13 jaar)
  • meer dan 6 meter gooien met een grote bal (11 jaar)
  • meer dan 9 meter gooien met een grote bal (12 – 13 jaar)
  • meer dan 15 keer stuiten zonder naar de (basket)bal te kijken (11 jaar)
  • tennisballen met één hand vangen (11 jaar) en via de muur geworpen tennisballen vangen (12-13 jaar)

Hulp of ondersteuning nodig?

Vragen over de mijlpalen binnen de motorische ontwikkeling van je kleuter of schoolkind? Heb je twijfels over de ontwikkeling van jouw kind op motorisch vlak en/of de opvoeding? Neem dan contact op met je de huisarts of het Centrum voor Jeugd en Gezin bij jou in de buurt.

Of vind op de Kinderzorgkaart een therapeut of zorgaanbieder met expertise op het gebied van de motorische ontwikkeling. Ook kan je een vraag stellen over de motorische ontwikkeling aan één van de professionals van Kijk op Ontwikkeling.

Samengevat

Motorische ontwikkeling kleuter en schoolkind

Tijdens de basisschool maken kinderen zich veel nieuwe motorische vaardigheden eigen. Zo leren bijvoorbeeld kleuters hun eigen naam schrijven, papier vouwen en 10 seconden op één been staan. Kinderen van 7 en 8 kunnen over een evenwichtsbalk lopen en tennisballen vangen met twee handen. En kinderen van 11 en 12 jaar 60 seconden op één been staan en tennisballen vangen met één hand.