Deze maand geeft Margé Hans – Smit van praktijk Fysio Totaal haar visie op motoriek en de ontwikkeling van kinderen en geeft zij ons een ‘kijkje’ op haar werkzaamheden als Kinderfysiotherapeute.
Wie is Margé Hans – Smit?
Na mijn VWO studie te Hardenberg ben ik in 1994 in Enschede (Hogeschool Enschede, nu Saxion Hogeschool) de studie Fysiotherapie gaan volgen en in 1998 ben ik afgestudeerd. Direct na mijn studie ben ik als Algemeen Fysiotherapeut gaan werken in een Particuliere praktijk in Ommen Fysiotherapiepraktijk De Caroussel. Geleidelijk zag ik al steeds meer kinderen in de praktijk. In 2000 ben ik gestart met de PostHBO studie Kinderfysiotherapie in Utrecht alwaar ik afstudeerde in 2004.
Tijdens deze studie en erna zag ik alleen nog maar kinderen, zowel zuigelingen als kinderen op het speciaal onderwijs als kinderen in de basisschoolleeftijd en voortgezet onderwijs. Vanaf september 2007 werk ik met veel plezier en enthousiasme als kinderfysiotherapeute bij FysioTotaal, een particuliere praktijk in Hardenberg met diverse specialisaties.
Wat is FysioTotaal?
We wilden een Nederlands naam (om een zo breed mogelijk publiek te trekken) die laat zien dat we een totaal concept aanbieden.
We bieden specialistische zorg op maat voor de leeftijdsgroep van 0 tot 90+. Dit kunnen we onder meer bieden door een diversiteit aan specialisaties, verbijzonderingen en bekwaamheden die verkregen zijn door ons team middels scholingen en cursussen.
We onderscheiden ons door veel persoonlijke aandacht en net even iets meer doen voor onze cliënten / patiënten (denk aan meedenken, case manager, voorlichting, rapportages etc) en dit naast de hoogste kwalitatieve eisen op zorgverzekeringsgebied (plus, topzorg, HKZ).
Wat is jouw visie op bewegen en de ontwikkeling van kinderen?
Ieder kind moet een onbekommerde ontwikkeling door kunnen maken en kunnen genieten van bewegen bij spel in de thuis- en school situatie en daarmee komen tot onafhankelijkheid.
Meestal gaan de sprongen in de ontwikkeling als vanzelf. Soms hebben ouders en/of kinderen een zetje nodig. Opa’s en oma’s, vrienden, school en boeken kunnen hierbij helpen. Ook een kinderfysiotherapeut kan kinderen en ouders een zetje bieden. Een zetje om de motoriek te stimuleren.
Veel meer dan bij volwassenen hebben we bij kinderen te maken met een voortdurende verandering op basis van groei en ontwikkeling.
De kinderfysiotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen van kinderen en jeugdigen van nul tot zestien jaar met een achterstand in hun motorisch functioneren. Het kan daarbij gaan om zuigelingen of schoolgaande kinderen met een vertraagde of afwijkende ontwikkeling. Dit kan een gevolg zijn van een aandoening aan zintuigen, organen, het zenuwstelsel, het houdings- en bewegingsapparaat of door een tekort aan motorische ervaring. Problemen in het bewegend functioneren kunnen een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld van het kind.
Door middel van onderzoek en gestandaardiseerde testen krijgt de kinderfysiotherapeut een volledig beeld van het motorisch niveau. De kinderfysiotherapeut bespreekt de bevindingen en stelt samen met het kind en ouders een behandelplan op.Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen wordt vaak informatie ingewonnen bij de leerkracht, kinderarts en andere behandelaars.
De behandeling bestaat hoofdzakelijk uit oefentherapie, waarbij kinderen op speelse wijze en met behulp van kindvriendelijke materialen hun motorische vaardigheden kunnen verbeteren. Bij zuigelingen of peuters vindt de behandeling plaats in de vertrouwde omgeving van het eigen thuis.
Tijdens de behandeling heeft de kinderfysiotherapeut veelvuldig contacten met de ouders, die, zeker als het om zeer jonge kinderen gaat, een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van hun kind.
De kinderfysiotherapeut is goed in staat om te beoordelen of hijzelf de beste behandeling kan geven. Zo zal hij een kind met een knieblessure bijvoorbeeld kunnen doorverwijzen naar de sportfysiotherapeut, of een kind met incontinentieproblemen naar de bekkenfysiotherapeut.
De kinderfysiotherapeut benadert het kind in de relatie met zijn omgeving en houdt rekening met opvoedkundige en gedragsmatige ontwikkelingsaspecten.
Wat is jouw werkwijze en wat kunnen de resultaten zijn?
Het werken met kinderen vind ik uitdagend en boeiend; het is spelend werken en werkend spelen. Samen met ouders zoeken naar de optimale mogelijkheden van een kind om tot ontwikkeling te komen, m.n. de motorische ontwikkeling. Ook de nauwe samenwerking met andere disciplines zoals het consultatiebureau, GGD, CJG, kinderarts, logopedie, ergotherapeut en leerkracht, maakt het vak kinderfysiotherapie boeiend.
Een kind is vooral door spel uit te dagen. In dit spel stimuleer ik het kind tot verleggen van zijn grenzen, optimale mogelijkheden. Door het afnemen van verschillende vragenlijsten en metingen weet ik het uitgangspunt van de behandeling en is voortgang in de behandeling goed te evalueren en indien nodig bij te stellen.
De ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het kind. Samen met hen en het kind zoek ik naar de mogelijkheden om met name ook in het dagelijks leven het kind uit te dagen en te stimuleren en zijn mogelijkheden optimaal te benutten.
Daarmee maak ik gebruik van het ICIDH-2 model: wat zijn de problemen in functie, activiteiten en participatie en wat zijn de kindfactoren en omgevingsfactoren.
Bij kinderen met een chronische aandoening is het ook belangrijk toekomstgericht te kijken en verder te kijken dan de motorische ontwikkeling. Daarom werk ik graag samen en ik heb regelmatig overleg over kinderen samen met ouders in een multidisciplinair overleg.
Ik vind het bijzonder dat ik mee mag lopen met het kind in zijn ontwikkeling en in zijn gezin.
Welke kinderen komen bij jou in de praktijk?
De kinderfysiotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen van kinderen en jeugdigen van nul tot zestien jaar met een achterstand in hun motorisch functioneren. Het kan daarbij gaan om zuigelingen of schoolgaande kinderen met een vertraagde of afwijkende ontwikkeling. Dit kan een gevolg zijn van een aandoening aan zintuigen, organen, het zenuwstelsel, het houdings- en bewegingsapparaat of door een tekort aan motorische ervaring. Problemen in het bewegend functioneren kunnen een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld van het kind.
Voorbeelden bij de baby/ peuter:
- Motorische ontwikkelingsachterstand
- Asymmetrische zuigeling, voorkeurshouding
- Huilbaby
- Billenschuiver (i.p.v. kruipen op knie)
- Cerebrale parese
- Spina bifida
- Pre-dysmature kind: te vroeg geboren
- Plexus brachialis laesie t.g.v. de bevalling
Voorbeelden bij het jonge kind
- Motorische ontwikkelingsachterstand
- Afwijkend looppatroon
- Mentale retardatie
- Cerebrale parese
- Lage of hoge spierspanning
- Orthopedische afwijkingen
- Aangeboren afwijkingen die de motoriek beinvloeden
- Ademhalingsproblematiek
- Jeugdreuma
- Voorbeelden bij het oudere kind
- Motorische ontwikkelingsachterstand
- DCD, Developmental Coordination Disorder
- Mentale retardatie
- Cerebrale parese
- Hersenletsel t.g.v. een ongeluk
- Sensomotorische problemen
- Schrijfproblemen
- Houdingsproblemen
- Ademhalingsproblematiek
- ADHD en pervasieve ontwikkelingsstoornissen
- Jeugdreuma
- Incontinentie
Vaak geldt: hoe eerder het kind behandeld wordt door een kinderfysiotherapeut, hoe geringer de verstoring van de ontwikkeling van het kind is.
Succesverhaal uit de praktijk
Bij veel zuigelingen met een forse afwijkende schedelvorm bij een voorkeurshouding kon door het aanleren van houdings- en hanteringsadviezen aan ouders en het geven van oefeningen helmtherapie worden voorkomen.
Door naast het stimuleren van de motorische ontwikkeling oog te hebben voor het totale kind in zijn omgeving hebben veel gezinnen de hulp gekregen die nodig was om meer zekerheid te krijgen in de taak als opvoeder, in samenwerking met een orthopedagoog en CJG. En daarmee ontstond ook een ontspannen basis om het kind te laten ontwikkelen, niet alleen motorisch.
Een dag uit de praktijk
Ik begin met een controle van een tenenloper: een jongen van 9 jaar die ik na 3 jaar geleden te hebben behandeld elk half jaar volg in zijn ontwikkeling en controleer op zijn spierlengtes, mobiliteit van de gewrichten en de totale ontwikkeling. Nu blijkt dat hij toch ook figuurlijk steeds op zijn tenen moest lopen, zoals al eerder verwacht, maar nog niet werd (h)erkend. Daarna komt een schrijfkind: een kind van 6 jaar uit groep 3 die vanaf groep 2 onder behandeling is in verband met een achterstand in zijn motorische ontwikkeling met name fijn motorisch op basis van een jong neurologische ontwikkeling. Door middel van diverse (voorbereidende) schrijfoefeningen en fijn motorische spelletjes en oefeningen stimuleer ik zijn handmotoriek en stabiliteit in zijn romp.
Dan ga ik de aan-huis praktijk in. Eerst naar een meisje van 3 jaar met een chromosomale afwijking. Ouders zijn zeer betrokken in de stimulering van de ontwikkeling. Samen met een ergotherapeute bekijken we steeds de optimale hulpmiddelen. Inmiddels is ze op advies van mij via revalidatie-arts doorverwezen naar revalidatiecentrum in Zwolle. Op dit moment oefen ik met haar de transfer van lig naar zit zodat ze meer zelfstandigheid kan krijgen in haar spel en trainen we staan en lopen.
Vervolgens ga ik naar een meisje van bijna 4 jaar met een Spinale Musculaire Atrofie. Een heftige spieraandoening met zeer veel beperkingen in functie (mn in kracht in gehele lijf) en daarmee ook in activiteiten en participatie. Ze heeft nagenoeg continue beademing via een tracheo-canule. Ook haar heb ik verwezen naar een revalidatiesetting. Deels gaat zij daar nu naar toe. Aldaar is er meer expertise en spelmateriaal om haar ontwikkeling te stimuleren. Het blijft heftig te zien hoe weinig een meisje van deze leeftijd kan doen, ondanks haar cognitieve mogelijkheden.
Dan zie ik een jongentje van 2 jaar met Syndroom van Down. Met hem oefen ik rompstabiliteit, rotaties in bewegingen en we hopen dat hij zal leren lopen. Ook praat ik met moeder over de diverse aanpassingen in huis en gewenst spelmateriaal.
Op de praktijk zie ik dan twee kinderen met een voorkeurshouding. De eerste is 8 weken oud, en is op advies van het consultatiebureau ingestuurd. Na een uitgebreid vraaggesprek en onderzoek neem ik met moeder de houdings- en hanteringsadviezen door vanuit het protocol Voorkeurshouding van NCJ (Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheidszorg) om de voorkeurshouding te doorbreken.
Het andere kindje is net drie maanden en zie ik voor de derde keer. Vandaag doe ik een hoofdmeting: Plagiocephalometrie. Dit is een meetinstrument om de schedelvorm te beoordelen. Op de leeftijd van 5,5 maanden zal ik de meting herhalen en beoordelen of helmtherapie geïndiceerd is.
Het laatste kind wat ik behandel vandaag is een meisje van 10 jaar met Cystic Fybrosis. In samenwerking met het UMCG controleer ik haar conditie, haar ademhaling en haar sputummobilisatie (het slijm vanuit de longen). Ik maak een parcours voor anaerobe training, we nemen de ademhalingstechnieken zoals huffen door en ik controleer het gebruik van haar PEP masker. Ze is erg sportief ingesteld en heeft daarmee een goede basisconditie die ze goed onderhoudt in haar ADL.
Mocht u benieuwd zijn geworden naar wat ik als Kinderfysiotherapeute voor uw kind kan betekenen, neem dan gerust geheel vrijblijvend contact met mij op.