Praktijk

Logopediepraktijk LogoPlus

Praktijk
Logopediepraktijk Rotterdam LogoPlus Geke Both
Deze maand geeft Logopedist Geke Both van logopediepraktijk LogoPlus uit Rotterdam haar visie op de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast geeft zij ons een ‘kijkje’ op haar werkzaamheden als logopedist in haar praktijk LogoPlus.

Wie is Geke Both?

Mijn naam is Geke Both en ik heb een logopediepraktijk in Rotterdam-Noord. Sinds 2005 ben ik afgestudeerd logopedist en werkzaam in de ‘vrije vestiging’. Vanaf 2007 ben ik zelfstandig logopedist in de maatschap LogoPlus. Ik woon in Rotterdam samen met mijn vriend. Naast het behandelen van logopedische klachten vind ik het fijn dat ik zelf de praktijkvoering kan doen, samen met mijn 2 collega’s. In mijn vrije tijd besteed ik ook veel tijd aan het lezen van artikelen, het zoeken naar leuk, nieuw behandelmateriaal, of het maken ervan. Daarnaast zit ik ook in het bestuur van een vereniging voor logopedisten in Rotterdam (Zoloro). Het is fijn om regelmatig met een groep naaste collega’s te kunnen overleggen, behandelsuccessen te kunnen uitwisselen en samen tot de best mogelijke zorg te komen. Verder spreek ik veel af met vrienden of familie, lees ik graag en speel ik viool in een symfonieorkest.

Wat is jouw visie op taal en de ontwikkeling van kinderen?

Kinderen ontwikkelen zich het beste in een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Ik kijk altijd zo veel mogelijk naar de algehele ontwikkeling van een kind. De meeste ontwikkelingsgebieden hebben overlap met elkaar, daarom heb ik tijdens de eerste afspraak altijd een uitgebreid anamnesegesprek met de ouders. In de spraak- en taalontwikkeling kan namelijk van alles misgaan. Ik vind het belangrijk om te proberen te achterhalen wat de oorzaak van de klachten is en wat het gevolg. Taalontwikkelingsproblemen staan namelijk vaak niet op zichzelf en zijn soms onderdeel van grotere problematiek. Dit geldt ook voor spraakproblemen. Spraak- en taalstoornissen komen vaak voor in combinatie met andere stoornissen of syndromen zoals een verminderde intelligentie, dyslexie, NLD, autisme-spectrumstoornissen, AD(H)D, Dyspraxie, DCD, Syndroom van Down, Fragiele-X syndroom, KNO-problematiek etc.

Taal is de belangrijkste voorwaarde om te komen tot leren. Communiceren is één van de meest noodzakelijke levensbehoeften van de mens. Mensen die moeite hebben met spreken worden vaak ten onrechte als ‘dom’ bestempeld. Om in onze maatschappij voldoende te kunnen functioneren is een bepaald taalniveau gewenst. Spraak en taal hebben een groot verband met elkaar, sommige uitspraakfouten komen eigenlijk door een verkeerde aanleg in het talige deel van de hersenen. ‘Technische’ spraakoefeningen zijn dan niet effectief, dat is wetenschappelijk aangetoond. Kinderen die tot na het 4e jaar bepaalde woorden nog niet goed kunnen uitspreken maken ook meer kans op het ontwikkelen van dyslexie. Ik zal bij dit soort spraakontwikkelingsproblemen dan ook de talige ontwikkeling stimuleren.

Een ander voorbeeld van samenhang tussen verschillende logopedische klachten zijn de afwijkende mondgewoonten, KNO-gehoorklachten en slissen. Kinderen die slissen hebben vaak ook ‘open-mond-gedrag’ en ademen veel door de mond, wat weer tot gevolg heeft dat de gehele lichaamsopbouw te slap is en de motoriek niet goed kan ontwikkelen. Daarnaast heeft mondademen vaak grote gevolgen voor het gehoor én de stand van het gebit. En zelfs de alertheid van iemand met open-mond-gedrag is minder goed dan bij iemand die zijn mond goed gesloten heeft. Deze vicieuze cirkel van oorzaak-gevolg wordt mijns inziens te vaak niet herkend. Ouders vinden bijvoorbeeld dat hun kind niet goed luistert en niet goed praat, maar zij kennen het verband tussen het luisteren (wellicht een gehoorprobleem ten gevolge van ontsteking?) en het open-mond-gedrag (wellicht ten gevolge van verkoudheden?) en de stand van tong in de mond niet.

Kinderen (en volwassenen trouwens ook) leren en ontwikkelen uitsluitend door dingen na te doen, vooral van hun ouders en eventuele broertjes en zusjes. De directe familie heeft dus een grote taak en verantwoordelijkheid. Daarom betrek ik ook de ouders en de familie zoveel mogelijk bij de behandeling.

Wat zijn de gouden tips om taalontwikkeling te stimuleren?

  • Lees voor! Elke dag! Kies boeken die je zelf leuk vindt en die je kind leuk vindt.
  • Praat veel met je kind. Vertel gewoon wat je aan het doen bent, leg dingen uit en vraag aan je kind dingen te vertellen. Benoem tijdens het wassen of aankleden bijvoorbeeld de lichaamsdelen of kledingstukken.
  • Speel ‘taalspelletjes’ zoals: “ik ga op vakantie en ik neem mee…”, “ik zie ik zie wat jij niet ziet”
  • Zing veel liedjes, muzikaliteit verbetert ook het taalvermogen.
  • Leer je kind elkaar aan te kijken tijdens het praten.
  • Als je kind nog niet in goede zinnen spreekt: spreek zelf in zinnen die één woord langer is dan hoe je kind het zegt. Zegt je kind bijvoorbeeld alleen maar losse woorden: “bal”, antwoord dan met: “bal daar”, spreekt je kind in driewoordszinnen: “auto hard rijden”, antwoord dan met: “de auto rijdt hard he?!”
  • Praat zelf rustig en duidelijk. Neem elke dag even de tijd voor elkaar. In veel gezinnen is het erg druk en is er bijna geen tijd om even rustig een verhaal te vertellen.
  • Wees positief over je kind, benoem dat hij/zij goed zijn best doet.

Wanneer moet ik mij zorgen maken over de spraak- en taalontwikkeling van mijn kind?

Kinderen ontwikkelen zich natuurlijk allemaal anders en juist de spraak- en taalontwikkeling kan erg variëren. Ouders moeten ten eerste vooral naar hun eigen gevoel luisteren. Meestal weten zij zelf wel wat ‘normaal’ is, als je de ontwikkeling van je kind vergelijkt met die van andere kinderen.

Er zijn voor de spraak- en taalontwikkeling een paar belangrijke, globale mijlpalen.

  • Al met een paar maanden zal een baby gaan brabbelen. Wanneer dit niet gebeurt, is dit al een teken dat de spraak-/taalontwikkeling niet gemiddeld verloopt.
  • Rond de eerste verjaardag spreken de meeste kinderen hun eerste woordjes.
  • Voor de tweede verjaardag moet een kind twee-woordszinnetjes kunnen maken.
  • Rond het vierde jaar zal een kind goed verstaanbaar moeten zijn voor onbekenden en maakt hij/zij zinnen van meer dan 5 woorden. Er is dan een gesprek mogelijk met een kind, hij/zij kan al iets vertellen wat buiten het hier- en-nu is. Ook kan een kind verbanden leggen.

Voor kinderen van 1 – 6,5 jaar bestaat de SNEL-test. Hiermee kun je makkelijk bepalen of je je zorgen moet maken. Wanneer deze mijlpalen niet of niet op tijd behaald worden, is het raadzaam om advies te vragen bij een logopedist.

Kinderen die nog niet goed kunnen spreken, maar dat wel zouden willen, kunnen veel frustratie laten zien. Je merkt dan dat ze boos worden, of teruggetrokken. Wanneer hier niet goed mee om wordt gegaan, is het mogelijk dat andere problemen ontstaan in het gedrag, of dat een kind gaat stotteren. In deze gevallen is het ook aan te raden om advies te vragen bij een logopedist.

Logopedie is laagdrempelig, een logopedist is opgeleid om op een makkelijke manier oefeningen aan te bieden om klachten te verhelpen. Het is dus niet zo dat uw kind direct een ‘etiket’ krijgt en kinderen vinden het vaak een feest om naar logopedie te gaan. Bij sommige logopedisten kun je zonder verwijzing terecht, bij anderen is het nodig om eerst een verwijzing van een arts te regelen. Dit heeft te maken met de vergoeding via de zorgverzekeraar.

Wat is praktijk LogoPlus?

LogoPlus biedt logopedisch onderzoek, advies en begeleiding aan mensen van alle leeftijden. De praktijknaam is gekozen vanwege een aantal extra’s die de praktijk biedt op het gebied van logopedie. Ten eerste streven wij de hoogst haalbare kwaliteit van onderzoek en behandeling na. De praktijk werkt met de meest recente methodes binnen de logopedie. De behandelruimtes zijn modern ingericht, goed toegankelijk en voldoen aan alle kwaliteitseisen die gesteld worden door de zorgverzekeraars. Daarnaast zijn de praktijkruimtes goed bereikbaar met het openbaar vervoer en er is voldoende parkeergelegenheid.

Beide ruimtes zijn gelegen in openbare gebouwen, waardoor ook de samenwerking met andere disciplines goed verloopt. Binnen de locatie aan de Voorburgstraat neemt de praktijk deel aan het Kindercentrum OctoPlus, waarbij kinderen met brede ontwikkelingsproblematiek multidisciplinair worden onderzocht en behandeld door een eerstelijns team van professionals. Ook kunnen wij aan-huis behandelen indien dit noodzakelijk is.

Binnen de locatie aan het Bergwegplantsoen neemt de praktijk deel aan het multidisciplinaire behandelteam van ‘de Hofjes’ van Humanitas waar volwassenen in een kleinschalige verpleeghuissetting wonen. Daarnaast zijn er veel samenwerkingsverbanden. Zo zijn er goede contacten met de huisartsen, het CJG Kralingen-Noord, de diverse basisscholen en peuterspeelzalen in de wijk, Auris dienstverlening, de ziekenhuizen, etc. De logopedisten van LogoPlus bieden ook ondersteuning op Sociaal/Medisch Kinderdagverblijf Dikkertje Dap van de Van Veldhuizenstichting.

Op dit moment werken bij LogoPlus 6 logopedisten die met verschillende specialisaties bij het hele scala aan logopedische klachten kunnen helpen: taalproblemen, spraakproblemen, afwijkende mondgewoonten, adem- en stemproblemen, gehoor- en luisterproblemen, eet- en drinkproblemen en problemen met lezen en/of schrijven. Deze zorg biedt LogoPlus zowel aan kinderen als volwassenen.

Wat kan logopedie betekenen voor kinderen en ouders?

Logopedie is een heel breed vak. Voor veel verschillende klachten kun je bij logopedie terecht. Bij logopedie leer je allerlei vaardigheden om de communicatie te verbeteren. Daarmee wordt de gehele communicatie bedoeld, denk aan: goed spreken, luisteren, begrijpen, horen, goede zinnen vormen, een logisch verhaal vertellen. Het grootste deel van mijn behandelingen bestaat uit het aanleren van goede taalvaardigheden:

  • leren begrijpen,
  • woorden leren,
  • zinnen maken,
  • verhalen vertellen,
  • het verbeteren van de uitspraak,
  • aanleren van goede adem- en stemtechnieken.

Daarbij hoort ook het gehoor: als het gehoor niet goed is, moet gekeken worden of daar iets aan gedaan worden met bijvoorbeeld apparatuur en er moet in de omgeving van het kind veel rekening mee worden gehouden. Er kan ook een probleem zijn in de luistervaardigheid, het gehoor is dan wel goed, maar een kind kan zich toch niet goed focussen op de gesproken taal en mist daardoor heel veel informatie. De luistervaardigheid kan getraind worden en/of er worden aanpassingen gedaan in de luistersituaties. Verder werken veel logopedisten aan het verbeteren van ‘de mondgewoonten’. Denk hierbij aan:

  • het afleren van duimen,
  • sabbelen, lipbijten,
  • mondademen,
  • verkeerd slikken,
  • eten met open mond etc.

Logopedie is ook nuttig voor de behandeling van stotteren en ademproblemen. Er zijn logopedisten gespecialiseerd in de behandeling van dyslexie, maar alle logopedisten zijn ook opgeleid om ook lees- en schrijfproblemen te behandelen. Hierbij gaat het vooral om het technisch lezen, begrijpend lezen en spelling. Deze vaardigheden zitten zo verweven in de taalontwikkeling, dat ze niet los behandeld kunnen worden. Bij schrijven werken we niet aan de fijne motoriek, dat hoort bij fysiotherapie of bijvoorbeeld kinderoefentherapie.

Daarnaast zijn er logopedisten gespecialiseerd in het behandelen van eet- en drinkproblemen bij kinderen (of volwassenen). Het kan zijn dat een kind moeite heeft met de overgang naar ander voedsel in de vroege ontwikkeling. Ook bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand of een syndroom komen voedingsproblemen voor. Vaak hebben zij gedurende lange tijd sondevoeding gekregen. De reflexen voor het aanleren van slikken zoals die bij baby’s voorkomen, zijn dan niet meer aanwezig. Daardoor is het aanleren van normaal eten vaak een probleem waar gespecialiseerde hulp bij nodig is. De logopedist zal bijvoorbeeld aanpassingen kunnen doen in de houding tijdens het voeden, het veranderen van de structuur, smaak of temperatuur van de voeding.

Wat is jouw werkwijze en wat kunnen de resultaten zijn?

Het eerste gesprek bestaat uit een anamnese, waarin de klacht / het probleem zo goed mogelijk wordt bevraagd aan de ouders of verzorgers. Ook bespreken we wat de wensen en verwachtingen zijn en wat ervoor nodig is om het einddoel te behalen. In de afspraken die hierop volgen neem ik een onderzoek af om het probleem goed in kaart te brengen. Om sommige klachten is dit onderzoek snel en kortdurend (binnen een half uur afgerond), maar bij andere klachten is het noodzakelijk om verschillende testen af te nemen, meerdere keren te observeren voordat ik een diagnose kan stellen.

Meestal is de eerste indruk tijdens een observatie al wel voldoende om gelijk enkele nuttige oefeningen te bespreken en opdrachten mee te geven om thuis vast aan de slag te gaan.
De afspraken zijn meestal wekelijks en duren maximaal een half uur. Dit is natuurlijk niet genoeg om gedrag of nieuwe technieken direct onder de knie te hebben. Daarom krijg je van mij vrijwel altijd opdrachten mee om thuis een aantal keren te oefenen. Dit kan heel divers zijn, ik probeer zoveel mogelijk aan te sluiten bij de gezinssituatie en de mogelijkheden van ouders en kind. Ik geef vaak de tip om er een vast, kort moment van de dag van te maken, anders is de week zo voorbij en is er niet geoefend. Welke oefeningen geschikt zijn voor een kind en de ouders is heel verschillend. Natuurlijk probeer ik leuke dingen te bedenken, zodat het oefenen niet te saai is. De uiteindelijke resultaten zijn erg afhankelijk van hoe groot de stoornis of achterstand is en hoe vaak en hoe goed de oefeningen worden gedaan. Bij een spraakstoornis is vaak snel resultaat te merken, bij kinderen met een taalstoornis duurt dit vaak wat langer. Soms is alleen het veranderen van de aanpak en communicatie van de ouders al voldoende om een kind de goede kant op te helpen. Heel vaak is ook het verbeteren van het zelfvertrouwen dé sleutel tot het ontwikkelen van spraak en taal door meer tijd en positieve aandacht te hebben voor het spreken.

Welke kinderen en ouders komen bij jou in de praktijk?

Onze praktijk staat in ‘het Oude Noorden’, een multiculturele wijk in Rotterdam met behoorlijke achterstandsproblematiek. Ook grenst de wijk aan de Rotterdamse wijken Hillegersberg en Blijdorp, waar weer totaal andere wijkbewoners zijn, vooral veel hoogopgeleide mensen die ook hoge eisen stellen aan hun kind. De mensen die ik behandel zijn zo echt een afspiegeling van de wijk. Daarom is onze praktijk erg veelzijdig en kan iedereen bij ons terecht.

Er komen kinderen van 4 – 18 jaar bij mij in de praktijk met problemen met spraak, taal, stem, adem, luisteren, mondgewoonten, lezen of schrijven. Ik zie in verhouding steeds meer kinderen met complexere problemen, zoals autisme en een leer- of gedragsstoornis.
Ik vind het een uitdaging om de oefeningen en informatie die nodig zijn om de klachten te verhelpen aan iedereen op zijn eigen niveau te kunnen uitleggen. Soms heb ik daarvoor ook plaatjes, filmpjes of boekjes nodig. En vaak helpt het vooral als ik de ouders de opdracht geef naar mij te kijken bij een oefening of spel en mij te vertellen wat zij zelf anders doen in de communicatie met hun kind.

De logopedische stoornissen die ik behandel kunnen in alle gezinnen voorkomen. Wel merk ik dat hoger opgeleide ouders vaak sneller met hun kind naar logopedie komen dan de ouders die lager opgeleid zijn. Soms is dat terecht, maar soms ook niet. Deze ouders kan ik dan met wat adviezen geruststellen. Er is gelukkig steeds meer vroegtijdige signalering van spraak- en taalproblemen door het consultatieburo, de peuterspeelzaal en de basisschool, maar soms komt er een kind van 5 jaar bij mij dat eigenlijk nog maar weinig praat. Daar schrik ik soms wel van, als zo’n kind met 2,5 jaar was doorgestuurd zouden er vaak minder sociaal-emotionele problemen ontwikkeld zijn en was de logopedische behandeling veel korter nodig geweest.

Ouders kunnen rechtstreeks naar logopedie komen, zonder verwijzing, maar vaak blijkt dat er na de verplichte screening tóch een verwijzing nodig is. Voor de coördinatie is het ook raadzaam dat de huisarts op de hoogte is van de behandeling.

Succesverhaal uit de praktijk:

Vanwege de bezuinigingen in het onderwijs maak ik vaak mee dat leerlingen die vroeger in het speciaal onderwijs zouden komen, nu op het reguliere onderwijs blijven met ondersteuning op school en extra aandacht voor de taalvaardigheden bij logopedie. Hierbij is het noodzakelijk dat er regelmatig overleg is tussen ouders, leerkracht, IB-er, logopedist, ambulant begeleider etc. Zo heb ik laatst de behandeling van een meisje (12 jaar) met een forse taalstoornis afgerond. Naast de taalproblemen had zij ook grote spellingsproblematiek en kon zij anderen slecht verstaan in een rumoerige omgeving. Doordat we als professionals elkaar regelmatig spraken, leerden we van elkaars kennis en ervaring en konden we dit meisje de beste hulp bieden. Zo konden we gezamenlijke doelen stellen, met elke professional een eigen insteek. Zij kwam wekelijks naar logopedie, we deden veel woordenschattraining, gericht op het aanleren van strategieën, taalbegripsoefeningen, oefeningen voor vertel- en schrijfstructuur en het trainen van een goede uitspraak. Lezen vond ze saai, maar dat kwam ook doordat ze het te moeilijk vond. We hebben samen gezocht naar leuke boeken: stripverhalen, moppenboeken, raadsels, theaterboeken. Vooral de theaterboeken sloegen goed aan, omdat ze hierdoor leerde dat verhalen leuk zijn om te lezen. Op school was er remedial teaching en in de klas kreeg zij uiteindelijk geluidsversterking, zodat ze minder afgeleid werd en de meester beter kon verstaan. Nu, eind groep 8, zijn de spellingsproblemen geheel verdwenen, en is het spraak- en taalniveau (zowel begrip als productie) voldoende om door te stromen naar het VMBO. Dit heeft dit meisje mede bereikt doordat we als professionals samen goed keken naar de leermethoden die haar het beste lagen, zoals verschillende vormen van lezen, woordenschat-technieken, spelenderwijs leren.

Een dag uit de praktijk:

Gemiddeld zie ik 12 – 14 mensen per behandeldag. Een behandeling duurt een half uur, dus ik maak behoorlijk lange behandeldagen en ik zie veel verschillende problematieken. Tussendoor schrijf ik de evaluaties per behandeling. De voorbereiding voor de volgende behandelingen doe ik meestal alvast voor de volgende week aan het eind van de behandeldag. Dan ligt de behandeling nog vers in mijn geheugen en kan ik het volgende behandeldoel goed bepalen. De grootste groep patiënten die ik wekelijks behandel zijn kinderen tussen 2 en 14 jaar met spraak- en taalproblemen, stotteren of afwijkende mondgewoonten, maar regelmatig behandel ik ook volwassenen met adem-, stem- of uitspraakklachten. Ik houd van het werken met kinderen, omdat het nooit saai of voorspelbaar is. Als ik van te voren een behandeldoel heb uitgedacht met een oefening om dat doel te behalen, is het altijd nog maar afwachten of de oefening die ik heb bedacht wel aanslaat bij het kind én of hij er op dat moment voor open staat. Als een jongetje binnenkomt met gips om zijn pasgebroken arm kan ik dat natuurlijk niet negeren en in plaats van een oefening over voetbal, bedenken we dan samen een oefening over het ziekenhuis. Zo gebeurt het regelmatig dat ik flexibel en creatief moet zijn en mijn plan moet aanpassen. Dat maakt een werkdag voor mij zo leuk. Ook het grote aantal verschillende klachten dat ik op een dag behandel vind ik fijn, zo blijf ik scherp en kan ik niet vervallen in automatismen. Wij hebben een zeer uitgebreide keus aan behandelmateriaal, het meeste digitaal in de computer. Hoe ik dit inzet is helemaal afhankelijk van het kind en het doel van wat ik wil oefenen. Één keer per 2 weken heb ik tijdens de lunchpauze een MDO (MultiDisciplinairOverleg) binnen ons kindercentrum. Hierin bespreken we nieuwe aanmeldingen of evalueren we een onderzoek en een lopende behandeling. Deze kinderen zijn dus bij meerdere disciplines in behandeling. Regelmatig heb ik ook een (soms telefonisch) overleg met leerkrachten en/of IB-ers van een school. En tijdens de lunches heb ik veel informeel overleg met collega’s. Ik behandel op dit moment 3 dagen in de praktijk. De andere 2 dagen besteed ik tijd aan de praktijkvoering, het op orde houden van de behandelmaterialen, kantoorartikelen, administratie, verslagen, maken van nieuwe afspraken, het bijwerken van de website etc.

Benieuwd naar wat ik voor je kan betekenen? Neem dan vrijblijvend contact met me op!
LinkedIn / Twitter / Facebook (Geke Both)

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties