Tijgeren en kruipen stimuleren baby

Stimuleren kruipen en tijgeren van je baby. Hoe doe je dat?

Kruipen heeft voordelen binnen de ontwikkeling van het kind en daarom is het goed om het tijgeren en kruipen te stimuleren en eventueel spelenderwijs te oefenen met je baby. Het stimuleren van het kruipen van je baby kan op verschillende manieren. Lees in dit artikel de tips hoe jij je baby kan leren kruipen.

Leren alle baby’s kruipen? De meeste kinderen leren vanzelf kruipen. Maar er zijn ook kinderen die het kruipen overslaan in hun ontwikkeling en bijvoorbeeld zich al billenschuivend gaan voortbewegen. Ook zijn er kinderen die zich op geen enkele andere manier gaan voortbewegen en gelijk gaan lopen.

Als jouw kind nog niet kan kruipen? Stimuleren kruipen door het doen van de volgende spelletjes:

• Veel spelletjes met de baby in buiklig doen. Hierdoor worden kinderen spelenderwijs geprikkeld om bijvoorbeeld een speeltje net buiten zijn bereik te willen pakken.
• De voetjes van een baby in buiklig afwisselend te masseren. Hierdoor zal het kindje zijn beentjes intrekken en stimuleer je het voorwaarts bewegen.
• Jouw baby in buiklig stimuleren een speeltje te pakken. Ga voor jouw kindje zitten, laat een speeltje zien ter hoogte van zijn hoofd en breng dit vervolgens omhoog. Stimuleer jouw kindje het speeltje met zijn arm te pakken. Jouw baby zal zijn gewicht op zijn onderarm of zelfs hand laten rusten, terwijl hij met de andere arm naar het speeltje probeert te reiken. Wissel beide armen af.
• Druk geven met jouw handpalm tegen de voetzool van jouw baby terwijl hij in buiklig ligt met een speeltje net buiten zijn bereik. Je kan ook het speeltje juist naast jouw baby neerleggen ter hoogte van het onderbeen. Nu stimuleer je jouw baby juist achteruit te kruipen.
• Jouw baby in buiklig op jouw bovenbenen zetten, terwijl jij bijvoorbeeld op het bed zit of ligt. Duw voorzichtig tegen zijn billetjes aan, kietel zijn voetjes en stimuleer dat hij op zijn handen steunt.
• Je kan ook jouw baby even laten ervaren hoe het is om zijn buik omhoog te tillen. Dit doe je door jouw baby vanuit buiklig onder de oksels rond de borstkas vast te pakken en hem rustig omhoog te tillen net boven de grond. Dit spelletje kan je ook doen door van een grote hydrofiel doek een gordel te maken en met behulp van de doek uw baby iets van de grond te tillen. Doe deze spelletjes alleen als jouw baby hier aan toe is en uit zichzelf op handen en knieën gaat steunen.

Voorwaarde voor kruipen

Voor het kruipen moet het evenwicht al goed ontwikkeld zijn en is al behoorlijk wat spierkracht van armen en benen nodig. Ook hier geldt weer dat kinderen klaar moeten zijn voor deze stap. Als kinderen nog niet kunnen steunen op de armen, zal het kruipen ook nog niet lukken.

Stimuleren kruipen door het steunen te oefenen. Doe de volgende spelletjes:

• Het kind vanuit vlieghouding boven je hoofd, eerst te laten landen op de handjes. Hierbij ondersteun je uiteraard de rest van het lichaam voldoende, zodat het kind niet doorzakt.
• Het kind in buiklig op een skippybal leggen en vervolgens de bal heen en weer bewegen, zodat het kind afwisselend met de handjes en voetjes op de grond komt. Hierbij ondersteun je het lichaam van het kind, zodat hij niet van de bal glijdt.
• Het kind regelmatig in kruiphouding zetten; eerst laten zitten met de knietjes op de grond, het kind bij de buik of oksels rustig naar voren laten zakken, zodat hij de handjes op de grond zet. Belangrijk om dit niet te forceren.

Stimuleren kruipen met de volgende spelletjes als je kind al een beetje kan tijgeren of kruipen of tijgeren:

• Samen achter elkaar of naast elkaar tijgeren of kruipen, laat het goede voorbeeld zien; traag, snel, zijwaarts, achterwaarts, in een cirkel, zwaar als een olifant, zacht als een muis…
• Door een grote kartonnen doos kruipen of meerder dozen achter elkaar (tunnel), onder de tafel en stoelen door, hindernisbaan maken.
• Het is ook leuk om de groten kartonnen doos in de deuropening van een kamer te zetten.
• Op het grote bed van papa en mama en onder de dekens door kruipen.
• Op verschillende ondergronden; tapijt, laminaat, gras, zand, water.
• Omhoog en omlaag kruipen; over kleedjes, kussens, andere materialen, de trap (goed opletten!)
• Het kind onder je benen door laten kruipen als je staat of tussen je handen en voeten als jezelf in kruiphouding staat.