Tips bij niet gehoorzamen en luisteren
Niet gehoorzamen en luisteren is kenmerkend voor de ontwikkeling van dreumesen en peuters. Deze fase staat ook wel bekend als de koppigheid of nee-fase. Hoe ga je om met dit soms wel erg lastige gedrag? Op welke manier kan je gehoorzaamheid en luisteren bevorderen bij een dreumes en peuter? Verder lezen? Lees dan de tips hoe je om kan met claimgedrag, boosheid en drift en druk, ongeconcentreerd en impulsief gedrag bij jonge kinderen. In het boek De zeven stappen naar succesvol ouderschap zijn nog meer tips en strategieën omschreven.
Boekentips opvoeding en niet gehoorzamen jonge kinderen:
- Temperamentvolle kinderen, E. Bronsveld
- How2Talk 2Kids, A. Faber
- Broers en zussen zonder rivaliteit, A. Faber
- Het hooggevoelige kind met een sterke wil, J. Olphen
- Uitdagende peuters en kleuters uitdagen, M. Sammels
- De zeven stappen naar succesvol ouderschap, H. Montgomery
- Het hele brein, het hele kind, D. J. Siegel
1. Sluit medische oorzaken uit
Sluit allereerst medische oorzaken uit. Jonge kinderen hebben regelmatig last van verkoudheden en de daarbij mogelijk wisselende slechthorendheid. Kan de dreumes of peuter jou wel goed verstaan? Ook als er te veel geluidsprikkels in huis zijn (radio, televisie), is het mogelijk dat kinderen zich afsluiten voor luisteren.
2. Gebruik een ‘ja’ boodschap of ‘stop’ in plaats van ‘nee’
Verbieden werkt vaak averechts in de ontwikkelingsfase van dreumes en peuter. Probeer het woordje ‘nee’ zo veel mogelijk te vermijden en gebruik eventueel als alternatief het woordje ‘stop’. Probeer iets wat niet mag om te buiten tot iets wat wel mag, een zogenaamde ‘ja’ boodschap. Als je bijvoorbeeld niet wilt dat jouw kind in huis een bal gooit, kan je aangeven dat het wel mag rollen en/of in de gang mag gooien. Of buig het zinnetje ‘niet zo gillen’ om in ‘praat maar rustig’ en ‘niet tekenen op de tafel’ wordt ‘op dit papier mag je tekenen’.
3. Stel niet te veel vragen
Vragen stellen is niet altijd duidelijk voor een kind en kunnen bij jonge kinderen onrust of onzekerheid veroorzaken. Stel alleen vragen als je kind ook nee mag zeggen. Als ouder krijg je namelijk niet altijd het gewenste antwoord als je vraagt of jouw kind melk wil… Als het kind nee zegt kan heel gemakkelijk een machtsstrijd ontstaan. Wees ook duidelijk in jouw vraagstelling en stel niet twee vragen in plaats van één. Voor jonge kinderen is keuzes maken soms nog moeilijk en kan de vraag ‘wil je een glaasje melk of glaasje water’ (te) lastig zijn. Geef jouw kind ook niet te veel opdrachten tegelijk, maar zeg stap voor stap, in korte instructies wat je van hem verlangt. Bij het uitkleden bijvoorbeeld ‘doe eerst je schoenen uit’ en als jouw kind klaar is ‘heel goed, doe nu je sokken uit’.
4. Actief negeren
Schenk geen aandacht of zo min mogelijk aandacht aan het ongewenste gedrag van jouw kind en geef volop complimenten bij het gewenste gedrag. Als jouw kind alleen maar ‘nee’ roept bij het ontbijt, kan actief negeren soms effectiever zijn dan dwang tot eten.
5. Stel grenzen en wees consequent
Kinderen hebben baat bij structuur en duidelijkheid. Het aangeven van wat niet en van wat vooral wel mag geeft rust en zekerheid bij het kind. Als vervolgens het goede gedrag ook nog beloond wordt met complimenten groeit het zelfvertrouwen. Direct ingrijpen bij ongewenst gedrag geeft duidelijkheid waar de grens ligt en negeer vervolgens actief de gevolgen van het ingrijpen (huilen, zeuren, etc.).
6. Inzicht ontwikkelingsfase dreumes en peuter
Inzicht in de ontwikkelingsfase van de dreumes of peuter kan helpen bij het omgaan met ongehoorzaamheid en slecht luisteren.
1.Impulsbeheersing
Kinderen tot anderhalf jaar hebben nog een hele matige impulsbeheersing. Pas vanaf drie jaar leren kinderen beter om te gaan met frustraties en kunnen zij beter vooraf een plan maken voordat zij handelen. Het is vaak weinig effectief om vanaf een afstand te roepen dat iets niet mag. In plaats hiervan kan je beter de prikkel (bijvoorbeeld de afstandsbediening of kostbaar voorwerp) weg halen of een alternatief bieden (iets anders geven waar hij wel mee mag spelen).
2.Ontwikkelingsdrang
Voor kinderen in deze leeftijdsfase is een enorme (lichamelijke) ontwikkelingsdrang heel normaal en hier hoort nou eenmaal verkennen en experimenteren bij. Kinderen worden vaak meer handelbaar als zij hier volop de mogelijkheden voor krijgen. Pas het huis zo aan, dat jouw kind volop kan spelen en leren.
3.Taalbegrip
Een dreumes en peuter heeft uiteraard nog niet het taalbegrip van een volwassenen. Praat je als ouder op het ‘niveau’ van het kind? Kinderen begrijpen in het algemeen net iets langere zinnen dan zij zelf produceren. Bij jonge kinderen is ook de intonatie en lichaamstaal erg belangrijk. Over het algemeen is een lage stemintonatie duidelijker bij een gebod dan een hoge. Als je twijfel hebt over het taalbegrip van je dreumes of peuter, kan een logopediste het taalbegripniveau onderzoeken.
Extra ondersteuning nodig?
Als niet gehoorzamen en slecht luisteren eerder regel is dan uitzondering kan externe professionele hulp van een deskundige uitkomst bieden. Soms zijn een paar korte tips van iemand van buitenaf voldoende om de situatie om te buigen.